I.Afdeel»1*1611 heeft, voegt hy ’er by, een Muis gevöH-s
XXVlli. den, die bevrugt zynde in een Pöt met Geerft,
stok°.FC’ daar zy niet uit kon komen •' was geraakt, heb-
Huh-Muh.bende zes'en-twintig Jonge Muisjes by zig. Wy gelooven egter niet, dat de Muis genieenlyk
t’eener dragt zo veel , óf zelfs twaalf Jongen
werpt: dewyl de Ondervinding leert, dat
het getal der Jongen doorgaans maar vyf is of
' zeven óp ’t hoogde. Men vindt meer Mannet4
jes dan Wyfjes onder de Muizen.
Tembaar- Deeze Diertjes maaken een fcherp geluid ,
heid. dat men Piepen noemt , om dat het naar den
klank Van een Fluitje zweemt , en zy hebben
vermaak in ’t Muziek, Zo men wil. Ook
zyn zy niet ontembaar, en, eens tam gemaakt
zynde , tragten zy niet te ontvlugten. Men
houdt ze fomtyds in Kooytjes met een Molentje
en Rad, ’t welk zy, door in het Rad teloo-
pen, zeer gezwind doen omdraaijen. liet erg-
Reis, dat zy dikwils Piflen, ’t welk een zeer
leelyken Stank veroorzaakt. Onder de Muizen
zyn’er, gelyk onder de Rotten, geheel Sneeuw4
wit en deeze worden als wat raars gehouden;
Men ziet ze fomtyds in een Doos draageh , en,
als die geopend wordt, uit de handen van den
Baas eeten, waar na zy eenigen tyd op dén Tafel,
daar de Doos op Raat, gekuijerd hebbende
, van zelf weder in de Doos kruipen,
Het uit- \ ’c Gerugt wil, dat men een Muis, door hem
fteeken een Oog te doorbooren met een Naald, aan-
der0osen'Ronds Rerven doet. Men heeft Proeven daat
omomtrent
in ’t werk gefteld, en dit ook in eenigö I. AfdéeK.
fvluizen bevonden; doch naderhand v j*’ bre\g- on ' me* n XrXiöVOlrlPi.* te denken, of het kriypen van dit Diertje in STUK. de Hand , na dat men ’c cerft mét geweld in tluii-Miü de Muizeval heeft gëtragt te Vatten, en duS
zeer gepyhlgd; ook de oorzaak Van dit IchielyL
Sterven ware; even gelyk nien dè Vogeltjes,
doorze hard te behandelen, ligtélyk om hals
helpt. Derhalve de Proef neeménde met een
Muis, .dien men voofzigtig greep, Rak men
zyn beide Oogen uit, zonder dat hy eenig lethel
daar van had. Ook is t niet on waarfchyn-
lyk, dat mep ff de voötgenieldë ProeVén tö
dieIpn gdeeli oVkeernz ahmeeeflti:h gén d_ er Duit.f cb.ie latuur- Duizelig.
Onderzoekers (*) vindt men eene Waarnee-h^ .
ming Van Doktor Schelhammer, hoe dat de
Muizen fomtyds door Duizeligheid worden aairi-
getali. ,, Öp zekeren morgen (zegt hy) in myri
„ Kabinet komende, zag ik óp ’t midden vari
„ den Vloer een Muis, die zig obbeweeglyk
„ hieldt, met het gezigt Ryf op den Grond ge-
„ Ragen. Vêwohderd Raande; dat een zo vrees -
„ agtig blei in myn tegenwoordigheid bleef zic-
■ tén, naderde ik hetzelve,’ doch het bewoog
„ zig niet. Eindelyk begon het zig zeef fnél
„ rond te draaijen, in een Orntfek, die niet bo-
„ ven een half Voet van ’t middelpunt af ware,'
èn dit düuidè eenigen tyd. Nu eenshiëldtde
,, Muis
(*) Epbem. Nat, Curiofor. Dec, Tl. Anuz.&tfS» I.0EM, IISïSfK. Hh
m \
-Waal
Wfi
mm