I. Afdeel, zig van eeq Inkhooren zuigen liet; ’t welk
XIV. grootelyks te verwonderen is , dewyl men weet,
JHoora- (jat jjQ^hporens ook wel van de Katten worden
aangetaft en gedood. In het Kabinet van
den Koniqg van Vrankryk, vindt men verfchei-
de jonge Katjes met twee Koppen en andere
wanftaltigheden,
Geftalte De Heer DAUBENTONbefchryftde Lighaams^
der Nage- preftai te van de Kat, als ook de inwendige dee-
len of 8 .
Klaauwen. len > omftandig (*). Ik zal hier alleen nog maar
agt geeven op de Nagelen, die in de Katten
en Tygers zeer konftig gefchikt zyn, om by
gelegenheid tot het gebruik te dienen, ’t welk
4 eeze Dieren zo menigvuldig van hunne Klaauwen
maaken, waar in hun grootfte Vermogen
beftaat. De Natuur heeft op een zonderlinge
wyze gezorgd, om deeze Nagelen voor ’t ftomp
worden te bewaaren. Ieder is met een Band
voorzien, die door zyn Veerkragt den Nagel
doet in blyven; wanneer de Spier, die van binnen
is, niet trekt: dan zit de Nagel in de tqs-
fchenruimte der twee Toonen verborgen, en
komt daar niet van daan, om te krabben o f iets
aan te vatten, ten zy de gemelde Spier werke.
Voorts dienen de Uitftrekkers der Vingeren om
de Nagels ftyf te houden, en worden door den
Band geholpen, die als tot een Scheede ftrekt.
De Katten gebruiken in ’t loopen zelden de
Na-
(*) Zie de Uitgezogte Verhandelingen* {$* Deel,
Bladz. 532.
gagelen , gaande veeleer op het zagte Kuflènt- i. Afdeel.
je van Vleefch, dat onder aan haare Popten is. ^xiv. ’
Dewyl haare Ilie l, gelyk in de Aapen , Leeu-sri^
wen, Honden, ver af is van ’t;voorde van
den Vo et, kunnen zy gemakkelyk gaan opzit*
ten, gelyk men ’t noemt. In ’t drinken flab-
beren z y , gelyk alle de Dieren, wier Onder*
kaak korter is dan de Bovenkaak.
Onder de Egyptenaaren was de Kat een voor- De Kat
naame Godheid: men badt ze aan, | zy in dee^ ^fgod
natuurlyke gedaante, t zy in die van eentenaaren>
Menfch met het Hoofd van een Kat. Die een
Ka t, ’t zy by ongeluk o f met yoordagt, doodde
, werdt ftreng geftraft. Indien ’er eene haar
eigen dood ftierf, bedreef men deswegens Rouwe
; ook werdt het Dier gebalfemd., naar een
gewyde Plaats gebragt en begraven, zelfs met
rneer Staatie dan óen Menfch. By gelegenheid
van Brand werdt, naar ’t verhaal van Hero-
dotus, meer zorg voor het behoud der Katten
gedragen, dan -voor dat van Huis en Goed,
en van ,’t leven der Menleken. Zo ver gaat de
Bygeloovigheid, dat zy zelfs de Reden geheel
verbant!
. G esnerus verhaalt, dat, ten zynen tyde, in, Van den
Switzerland Menfchen waren, die, niet de Hui-Menfch
felvke , maar wilde Katten aten , na dezelventot sPVze
Ü P ? ^ gebruikt.
Kop en Staart te hebben afgefneeden; en ze dan
hielden voor een lekkere Spyze. Hy voegt ’er
b y , te hebben hoorenzeggen, dat in hetNarbonccfch
Gallie zekere Inwooners de Katten tot-
.EDeei, II» Stuk» Voed