t Afdeel, ’t geheeie L y f hadt dit Dief kort Hair, zoëf-
fen en glad, dat het zig byna als Hairloos ver-
STUK. ' toonde; de kleur was geelagtig doch met menigvuldige
bruine Vlakken, en bleeker aan den Buik;
De ongebooren Vrugt, die men in ditSchepzel
vondt, hadt de langte van een Voet, en wa§
nog byna kaal; egter reeds met Kneveltjes voorzien
; de Pöóten duidelyk gevingerd en genageld.
Levens- De Robben zyn Dieren, die wel eenigen tyd;
Robbeó,er d°ch niet altyd, onder Water kunnen blyven.
Z y flaapen op ’t drooge of op ’tY s , alwaar zy
ook paaren en hunne Jongen voortbrengen. Z y
zouden mifïchien wel geheel buiten ’t Water
kunnen Ieeven; want Redi verhaalt, dat hy
een Zee-Kalf. ’t welk hem door den Groot-
Hertog van Toskanen gezonden was, vierWee-
ken lang, zonder Eeten en buiten ’t Water;
gehouden heeft, dat nog langer zou geleefd
hebben, indien men het niet ter Ontleedingé
had gebruikt. In *t Slaapen fnorken zy zo
luid, dat zy omtrent een geraas maaken als het
bulken van een Kalf. Hunne Jongen gebaard
hebbende, blyven zy,- naar men verhaalt,
twaalf dagen Op ’t drooge, én dè Moer geleidt
ze eindelyk naar ’t Water, óm ze allengs?
te leeren zwemmen. Z y brengen een, twee,
o f drie Jongen op ’t meefte, in eener dragt ter
Wereld. Haare Spyze fchynt voornaamelyk
Vifch te zyn , en men wil dat zy haare groote‘
Vet*
Vettigheid verkrygen in Schooien van Ha-1 Afdeel;
fingen.
’t Gebruik; dat men van deeze Dieren heeft; stuk.
is menigvuldig. Aan de Kuften van ’t Zuider- Nut en
deel van Zuid - Amerika , zo wel als in de8etjruik<
Noordelyke Landen van onzen Aardkloot, wordt
derzelver Vleefch en Spek van de Wilden niet
alleen , maar ook van Europeaanen en andere
Natiën, gegeten. Oudtyds fchynt hét in Engeland
zelfs geen ongewoone Spyze te zyn ge-
weelt ; want men vindt onder den Voorraad;
die tot de Inhuldiging-Feeften van Biffchoppen
gekogt werdt, ook van BruinvifFëhen en Zee-
Kalven melding gemaakt (*). Op de Eilanden
Van Schotland worden , nog hedendaags , de
Robbeii ingezouten , en dikwils als Varkens-
Spek gegeten. Ook verzekert men; dat de Olie
o f Traan , die gemaakt wordt van ’t Spek van
Jonge Robben, welke veel vetter dan de Ouden
zyn, zo goed om te eeten is als Olyven-Olie,
hebbende geên de minfte kwaade Reuk. Vooral
is deeze Olie zeer bekwaam om in de Lampen
te branden. Het. V olk, dat aan Straat Da-
vis woont, gebruikt het Robben-Vleefch toe
Spyze ; het Bloed tot een Geneesmiddel ; de
Huid tot Kleederen en omkleeding van hunne
Schuitjes; de Peezen en Darmen in plaats van
Glas, van Zeilen, van Touw om te binden en
Van Gaaren om te naaijen ; de Beenderen tot
het
CD Pbilof. TranfaÜ, Vol. XLVII. p. 117.
J. Deu, IX Stuk.