Afdeel. d^n by Zomer, en dat der Duin-Konynen heft?
XXVI. want die in Hokken gehouden worden, hebben,
Hoofd- geiyk Boileau zeer geeftig ze gt, den Smaak van
(TUK*
Konyn 3 waar me^e menze voedt, Somtyds
worden zy geftopfd, doch meeft gebraden, en
ook we l, gelardeerd zynde, als de Haazen toegemaakt.
De Vel- De Velletjes der Konynen, bereid zynde, le-
letjes. veren een zeer zagt en onkoftbaar Bont uit, om
Kleederen te voeren. Van het Hair maakt men,
wanneer ’er meer o f min Bever onder gemengd
is , thans veel Mannen Hoeden : gelyk ook de
Heer L ikn^ us verhaalt, dat van het korte witte
Hair, ’t welk als Dons op het L y f der Haazen
z it , in Sweeden met de Naald een Stoffe
gemaakt wordt, die men Vilt noemt, en welke
met regt den Naam zou mogen draagen van
Vlooijenetten : dewyl de Inwooners van Dale-
karlie in gemeen gebruik hebben , een Lap
daarvan, onder 5t Hembd, op hun bloote Lig.
haam te draagen, waar in de Vlooijen kruipen,
die dus gerqakkelyk te vangen zyn (*).
Het Vet. Men geeft wel voor , dat de Afch van eep
Verbrand Konyn de Ontfteeking van de Keel geneed:;
doch het Vet o f Smeer is thans byna alleen,
en niet dan zeldzaam, onder de Geneeskundigen
in gebruik : want hoewel het zeer
kragtig tot oplosfing van harde Kliergezwellen,
en tot verzagting o f ontbinding der Sappen in
de
( D Faun. Suède. p . 8.
je Verftyving der Gewrichten, geoordeeld wordt I. t o r « . .
teCT„ : kan deeze Eigenfchap doch met ont- XXVk
(3) Haas, met de Staart zo lang als de Kop en Ca^ ‘^
I roode Poolen. ‘ Kaapfche.
Deeze wordt aan de Kaap der Goede Hope
gevonden. Hy graaft gelyk dc Konynen holen
in het Aardryk. De Aftekening van dit Dier
is door den Heer Dr. J. Burmannüs , Pro.
feflr Botanices te Amfterdam , aan den Heer
L innjeus toegezonden.
(dA Haas zonder Staart. IV.
m ./ Brafihen-
Dit Brafiliaanfche Konyn voert den naam van ^s.
Tapeti. o f TbaHti, cn i s , volgens den H e e r « 1' -
Brisson , by Johnston taarnelyk wel onder den
Naam van Cavia Cobaya afgebeeld; uitgenomen,
dat het daar een klein Staartje heeft, welk gebrek
men ook in de Figuuren van Marcgrave
en Piso vindt. Men noemt het in Vrankryk
Porcelet des Indes, o f het Indiaanfch Varkentje ,
om dat het als een Varken knort ; anderen noemen
het Rot-Konyn.
Het gelykt in grootte en geftalte zeer naar de
Haazen o f wilde Konynen , zynde ook van de
zelf*
Lepus Cauda longitudine Capitis, Pedibus
Lepus Caudä miM. Syjl. Nat. VI. X. Cuni-
Taneri didtus. MaRCGR. Btaftl. 223.
R aj. Quadr. 205.
X. D eel, XX Stuk. C C 4