j Afdeku Koorn ’t welk zy vinden , indien men fleges
Xxix. geen H beweeging maakt., oofd- De Heer Brissön heeft drie geftreepte Ink-
STAÜn/ïd er,s hoo,r, nen ; één dien hy d,e B,r afiUdcinfche _noemt, geftreepte ^e‘ke van grootte is als de gemeene Europe-
Inkhoor aanfche, en van kleur, boven op ’t Lyf, uit
hen. geel cn Dmin gemengd,'met witte Streepen of
Banden aan de Zyden: één , dien hy den naam
geeft van Inkhoorn uit Nieuw' Spanje, wat klei*
ner van Lighaam, donker Muisvaal, met wk-
agtige Streepen op de Rug; en een, genaamd
de Garolinifcbe, die van Catesby de Aard-Inkhoorn
geheten wordt, zynde de helft kleiner dan
de Europeaanfche, cn van kleur ros, met zwar*
te Streepen waar onder witte gemengd zyn op
de Rug. Miffchien zal dit de laatflgemelde Soort
van Linnaeus willen betekenen.
Dadel- Ten minden blykt hier uk, dat’er meer dart
boomen- Vyf Soorten van Inkhoornen buiten de Vliegen* Inkhoorn. d, e zyn, en van een . I „ n. rosgryzen uit de Uouindien
vindt ik' gene melding gemaakt, of men moel£
den genen bedoelen, dien Brisson als zyne tiende
Soort opgeeft, noemende derizelven de D a -
delboomen Inkhoorn, gemcenlyk Dadel-Rot, Rat
Palmifte , waar van Rajus en anderen onder den
naam van Afrikaanfche Wezel fpreeken. Immers
hy vraagt’, of dezelve ook de Indiaanfche ge-
jireepte Boom-Rot zy van Rajus, en meldt, dat
decze Soort zo wel in Afie, als in Afrika en
Amefika, gevonden wordt. Hy is wat kleiner
dan de Europeaanfche, van kleur uit ros en
zwart
zwart gemengeld, met geelagtige Banden op de i . A fdeel. Rug. De Ooren zyn kort en rond , de Staart XXIX.
Joopt puntig uit, zynde een weinig langer -dan STU°°FO
het Lyf en insgelyks geftreept of van geinen,
gelde kleur.
f7 ) Inkhoorn met uitgebreide Buikzyden vliegende. v f f. Volant. Deeze Inkhoorn is by de Ouden onder den Vliegende
Naam van Scythifche of Taitanfchcen vliegen-
de Rot bekend, gelyk Gesnerus daar van een **
taamelyk goede Afbeelding geeft. De Polakken
noamen hem Wyewyorka Lutaiaka, de Mcs-
koviters en Rullen Letaga en Polatucha. Hy
onthoudt zig in de Noordelyke déelen van Europa,
Alia en Amerika, doch meed in Poolen
aan de Ruffifche Grenzen: in Lapland en FinlanDd
itk oDmiet rh iys kzeleldinzeara mda nv odoer g.emeene Inkhoorn, GeftaUe.
zynde het Lyf en de Staart elk ongevaar vyf
Duimen lang. Het heeft ronde Ooren, grooce
zwarte Oogen en Knevels die uit lange zwarte
Hairen belhan: de Voorpooten met vier de
Agterpooten met vyf Vingeren, altemaal fcherp
en krom genageld, ’t Geheele Lyf is met zeer
dik en zagt Hair bekleed, op de Rug donker
graaüw
(7) Sciurus Hypochondriisprolixis volkans. Thun,
Suec. Sp. 22. Syjl. Nat. VI. p. 9. Sciurus volans'.
Seb. M us. I. p. 67. Tab. XLI. Fig. 3. Catésb. Caroh
II. p. 76, 77. E dw. A v. 191. T. 191. Mus Ponticus
s. Scythicus. G esn. Quadr. 743. Qaadrupes volatile
Ruffi». Alt. Petrop. 5. p- 218.
I . Deel. II Smx*
SU S