£74 B ESC.H R YV IN G VAN DE
I, AFD/5Ei,.maar is met een enkel Vlies aan de Wervel*
XVIB. beenderen gehegt. Z y heeft geene Galblaas.
' De Milt :, die naauwlyks STUK»« ...t de. dikte van een Pink
heeft , is twee Handpalmen breed. De Maag
is met twee Aanhangzels, als Hoornen , voorzien,
het eene bóven , het ander onder aan de.
zelve. De; dunne Darmen waren aan .deregter
zy.de, ojn hoog; de, dikke, aan de. flinker zy-
dfe , omlaaggeplaatft; hebbende-, mstelkander,
de langte van vierendertig Woetén. Het Hart
is-een Haüdhrepd 'af van ’t/Middelfift. De Long
is in zeven Lobben verdeeld, waar van drie ter
wedetzyde:, de. zevende omtrent de punt van
*t Hart» als gemeen zynde aan de beide deelen.
. Volgens den Heer: L inNasüs is het Lighaam
Afchgraauw, met een geelen Band om de Schouders
en een zwart Kruis boven de Neus: de
Booten zyn,zwart* Het heeft een witte Vlak
boven de yoorfte Kniejen: korte zwarte over-
endftaande Borftds tuflchen deOoren, die kort
z yn , niet op de Rug; een Bultje aan dezyden
van den Bek eq: boven de Neus. Boven de Bil-
Jen is een Klier , die een Vogt affcheidt, dat
zeer welriekende is.
IV. ■ ( 4) Zwyn met twee Slagtanden ophet Voorhoofd.
Babyrofla. ' . '
Hoorn* Met reden wordt dit Beeft Hoorn-Varken o f
Varken, g | ' f
C+) Sas Dentibus duobns Canjnis fronti innatis.
Syft.Nat. Babyroufla. Bont. Ja v . 6 1 . Barth. Cenr.
2. Obf. pö. Grew. Mus. Tab. I. Seb. Mus I.p.80*
Tab. L. Fig. 2 . R aj. Quadr. 9 6 .
2w ï n e s o f V a r k e n s .
gehoornd Varken genoemd, welke naam aan ’t 1, Afmel»
zelve veel beter voegt, dan die van Zwyn-Htrt, XVIIÏ»
o f Hert-Zwyn, gelyk het eigentlyk zou
ten zyn, indien men deeze benaaming op eene..
behoorlyke wyze gebruiken wilde. Want het,
gelykt het allerminfte niet naar een Hert, dam
wegens de Tanden op ’t bovenfte Kaakebeeq,
die ondertuffchen zeer{ weinige overeenkomft
hebben met dé Hoornen van een Hert. Men
zoude ook, wel is waar, niet zeggen kunnen,
dat het volkomen naar een Zwyn gelykt; doch
het verfchil is zo gering, dat men geen reden
heeft, om het van de Zwynen af te zonderen»
De Indiaanfche Naam , Bdbyrousfa, betekent
niét meer, dan een Zwyn o f Varken, dat iets
Leeft van het Hert.
Vólgens het Verhaal van V alentvn, door Lighaam»«
wien dit Beeft befchreeven wordt , zou hetzel-geftalte*
ve zig nergens anders dan op ’t Eiland Bowro,
een der Molukkes, beweften Amboina; op dé
Ooftkuft van Celebes en daafómftreeks, ont*
houden. Het moet ’er vry gemeen zyn , de«
wylSESA getuigt, wel vyftig zodanige Koppen
ö f Bekkeneelen gezien te hebben, die om dö
zeldzaamheid uit Ooftindie in Holland worden
övergebragt. Het gelykt in kleur naar de tamme
Varkens, doch is wel Zo blank; het L y f
grof en ve t; de Kop langwerpig en fmal, hiel
een langen Snoet , tót het wroeten iü de Aarde
-bekwaam. De Ooren ftaan regt o p , zyn klein
'en puntig; de Oogen zyn klein. Tn de Boven»
i . d e e i. ïistwx. S 2 k aa k