ivAfdeel.ritzig is, ’t welk dikwilsgebeurt; want het zyn
XVI. zeer geile Dieren. Hoofd- j } e Herraelyn wordt wegens de uitmuntende
stuk. fynheid en zuivere witheid van zyn Bont, dat
Hermelyn. praaigewaad van Keizers en andere Vorften
VagtU.rlykCftrekt , de Konings-Wezel genoemd. Wonder
fraay fteeken de zwarte tippen der Staarten en
Vlakken aan den Hals , by ’t zelve af. Het
wordt zelfs, tegenwoordig , gelyk bekend is ,
overal van de Vrouwsperfoonen , aan Moffen
en Manteltjes gedragen. In fynheid van Hair
overtreft het dat van den gemeenen Wezel
grootelyks. Het Noordfche Hermelyn behoudt
beft zyn kleur, en wordt niet zo ligt geelagtig
als hetMoskovifche, weshalve men het o ok ,te
Petersburg zelfs, rykelyk betaalt.,
XVlI. HOOFDSTUK.
Befchryving van 't Geflagt der Beeren , waa)
mder ook de witte Groenlandfche of Ysland-
fch e, het kleine Beertje van de Hudfons*Baay,
de Daffen en Coati’s of Halfvoflen uit Amerika,
begreepen zyn. Hunne Kenmerken, Ver
fcheidenbeden, Eigenfchappen en Gebruik.
Kenraer- ’t p e f l a g t der Beeren is , by den Heer Lm*
ken. VJT NiEUs f het laatfte van de Roofdieren. De Kenmerken zyn; zes Voortanden boven in
den Bek, waar van, om den anderen een, van
binnen uitgehold ; zes onder, waar van twee zydezydelingfe
langer en met puntjes op zyde , de i Afmil.
volgende inwaards ftaande met hunnen Wortel.
Hoektanden enkeld, Kegelvormig. Kiezen v y fvrUK.
o f ze s; de eérfte zeer digt aan de Hoektanden
geplaatft. De ft ong glad. Een Oogluikend
Vlies. De Neus uitfteekende. De Schaft gevuld
met een omgekromd Been. De Heer
Brisson ftelt tot Kenmerken van'dit Geflagt,.
zes Voortanden in de beide Kaaken, genagelde
Vingeren, die allen van elkander afgefcheiden
zyn en in het loopen de Hielen neer ce zetten.
De Soorten van Beeren zyn , volgens den
Heer L inn^eüs , vier; te weeten, de gemee-
ne Beer, het kleine Beertje van de Hudfons-.
Baay, de Das, en hét Amerikaanfche Dier»,
dat Coati-monde genoemd wordt,
( i ) Beer met een geknotte Staart. I.
ArSlos,
De Hebreeufche Naam van dit Dier is Dob, Beer.
de Chaldeeufche Duba, de Arabifche Dubbe. In
’t Griekfch heet het, waarfchynlyk om, dat het
in de Noorder Landen zig onthoudt, Arktos:
in ’t Latyn Urfus, waar van de Spaanfche en
Italiaanfche Naam Orfo en de Franfche Ours
afkomftig zyn. D e Hoogduiofche Naam is
Baer, de Engelfche Bear, de Sweedfehe Bioern.
In Bohemen noemt men hetzelve Nedvoed , irr
Poolen Niedzvoiedz o f Wevoer,
Bee-
O ) Urfus cauda abrupta. Faun. Succ. 2. Urfus.
Gesn. Quadr. 14. Aldr. Digit. 117. Jonst. Quadr,
Tab. LV. Dodart. Tab. 67. Ra}. Quaar. 171.
Ï.B eei. IÏ$tvk. Q ^