I.Afdeel.» W y hebben ’er tegenwoordig, ze gth y , een
Xïl. „ in de Stad [te Londen], die zeer behendig
Hoofd» js> Hy beantwoordt het roepen van zyn Baas,
STUK* 77 j
„ en neemt deszelfs bevelen in agt: eet uit zy-
„ ne Handen; klautert uit het Water en ftrekc
s, zig ter voller langte uit , wanneer het hem
„ belaft wordt: dan kruipt h y , op ’t gegeven
„ bevel, weder in het Water, en ftrekt, om
j, kort te gaan , zyn Hals uit, om zyn Baas te
„ kullen, zo dikwils en zo lang, als men het
„ begeert.”
Zy wor- ’t Komt my ook niet onwaarfchynlyk voor,
den fom- jat deeze Dieren fomtyds aanleiding gegeven
Meermin- hebben om het oude Denkbeeld, dat ’er Meer-
nenofSy mimen of Syreenen, dat is Schepzels vanboven
aangezien. Menfch van onderen Vifch, in de Zee gevonden
worden, in ligtgeloóvigè Herfenen ftand te
doen houden o f te verfterken. In ’t Voorjaar
1755 hadt men in ’t Y , omtrent Affendelft, zodanig
eene Vertooning, welke veel gerugts maakte
(*). „ De Syreen uit Brafilie , die, zo
„ Bartholinus verhaalt, te Leiden is ontleed
„ geworden door P. Pavius , komt my ver-
„ dagtvoor, zegt L innjEüs , wegens de uitftee-
„ kende Ooren en een zo dunnen Hals in een
„ Zoogend Waterdier: ook vindt men dit van
,, de Reizigers niet nader bevestigd.” Zou
men niet het zelfde zeggen mogen van dat
Schep-
(*) Zie de Nederl. Jaarboeken. Meyi755, blada»
337»
Schepzeltje, ’t welk in ’t Jaar 1758» op de 1. Afdeel.
Kermis van St. Germain , te Parys, levendig ver- XU.
toond en afgebeeld was, hebbende de langte^ oofd.
van omtrent twee Voeten (*). Immers de Ver-
tooningen van zodanige Schepfelen in de Zee ',
waar van thans wederom met zo veel ophef
wordt gefproken ( f ) , fchynt t’eenemaal met die
van Robben of Zee-Honden overeen te komen.
In Groenland, of op het Ys in den Noorder- Robben-
Oceaan, worden de Zee-Honden, nog Jaar- ia
lyks, in menigte gedood. De Schepen, dielaud.
daar op uitgaan, houden zig langs den Zoom
van ’t Y s , en , op de dryvende Schotfen of in Baai-
■ jen aan de Ooftkuft van Groenland, vinden zy
fomtyds geheele Schooien. Men heeft weinig
moeite o f konft noodig om ze te dooden, indien
men flegts behendig en fterk genoeg van Volk
is , om ze van naby te kunnen befpringen: want
een enkele Slag, met een Stok, op de Neus,
brengt deeze Dieren in onmagt. De Robben,
die men tegenwoordig doodt, zyn meeft klein
en jong, leverende met hun dertigen naauwlyks
een Kwarteel Spek uit (Q. Egter worden nog heden
(*) Zie the Gentlem. Magazine, for December
1759- P-56o.
( f ) In Er. Pontofpidans , fami
p» 365.
(J) De Hoornfche Robbeflager, ie Expeditie gè-
naamd, heeft in de twee jaaren , dat dit Schip naar
Groenland is geweeft , naatnelyk 1759 en 1760-,
gevangen ongevaar vyfdüizend Robben , ’t welk
volgens de Lyften heeft uitgeleverd maar 173 Vaten
l.'Dï.s.u xxstvk, B 3 of