I. Afdeel, graauw o f bruin van kleur : de Staart viermaal
XXII. korter dan het L y f, Brisson ze gt, dat het
stuk°FD* Hair is Slimmend zwart, gemengd met hoog
purper, gelyk men dit Dier in ’t Werk van Se-
ba gekleurd vindt.
XXIII. H O O F D S T U K .
Befchryving van ’t Geflagt der Philanders , zo
die niet een Zak of Beurs aan den Bink , welke
Buidel-Rotten, als de genen die enkel Bofch-
Rotten genoemd voorden,* meejial Amerikaan,
fche Dieren.
Naam. " P \ E reden, waarom de Naam van Philander,
U die eene byzonder genegenheid van het
W y fje jegens het Mannetje fchynt uit te drukken,
aan dit Geflagt van Dieren gegeven z y ,
vind ik zo min verklaard, als de betekenis van
’t Woord Didelpbis, waar mede de Heer L in-
NjEus ze thans beftempelt. Want zo dit laatfte
betrekking heeft op den Zak, dien het Wyfje
als een tweede Lyfmoeder aan den Buik draagt;
om haare Jongen te bergen , zo is deeze be-
naaming zekerlyk niet op alle foorten van dit
Geflagt toepaflelyk, zo min als die van Buidel-
Rot. Hierom heb ik den eerftgemelden Naam,
in navolging van den Heer Brisson, verkoozen
> te behouden.
Kenmer. Deeze Autheur maakt zynen Agttienden o f
^en’ daat.
laatften Rang der Viervoetige Dieren , van dit 1. Afdeel
Geflagt alleen, als hebbende tien Voortanden in XXIII.
de Bovenkaak, waar van de twee middelflen sj «°ro-
grootft, en agt in de Onderkaak, met genagelde
Vingers aan de Pooten; ’t welk hy in geene
andere Dieren vondt. Van fommige Soorten
egter merkt hy aan, dat de fchikking en t getal
der Tanden niet door hem onderzogt, noch
door de Schryvers , die ’er van fpreekén, opgegeven
zy. Volgens L inn^ us hebben zy tien
Voortanden, boven, en van de agt, onder in
den Mond, zyn de twee middelfte zeer kort:
benevens lange Hoektanden, en Kiezen o f Ag-
tertanden , die Zaagswyze getand zyn. De
Tong is als met een ry van kleine Hairtjes bezet.
Z y hebben een Staart , die zeer lang is ,
als de Rotten, zegt Brisson, en Pooten als de
Aapen, loopende ook , gelyk d ie , op de Hielen.
De Nagelen hunner Pooten zyn fcherp.
Het een en andere lydt egter uitzondering; de-
wyl ’er eene Soort is met een kort Staartje, en
eene met ftompe Nagelen.
Negen Soorten van Philanders worden door Soorten,
den laatftgemelden Heer befchreeven. L in-
njeus geeft ’er maar v y f op, als volgt.
( 1 ) Philander met agt Prammen in een Zak T
aan den Buik. Marfu-
D ee-P'alis-
U . . . Buidel*
G ) Didelphis Mammis ofto ïqtra Abdomen.
Atnm. Acad. I. p. 279. Syfi. Nat. X. Mm. Ad. Frid.
IQ.
I, Deel. II Stuk.