I. Afdeft,. kaak heeft het 'twee Slagtanden, of tweegroo-
XVIII.: té omgekromde'Tanden, die zodanig ftaan, dat;
stuk™0* ^unt:en reiken tot aan de Neusbeendertjes,>
onder de Oogen; ’t welk voornaamelyk indee-
ze Dieren plaats heeft, als zy oud worden, en
hun dan Pyn veroorzaakt. Deeze Tanden komen
met de. Wortels: byna tot aan de Oog-
hollen toe. Die van de Onderkaak zyn ook
lang, gekromd en in ,’t voorde ,gedeelte ge-
plaatft. Pooten heeft het, gelyk deEuropcaan-
fche Varkens, met gefpleeten Hoeven; de Bee-
nen zyn lang en duq; de Staart is groot, gekruld,
en eindigt met een Kwaft.
Gebruik Sommigen hebben beweerd, dat deeze Tan-
der Slag- den .Hoornen waren, doch de zelfftandigheid
lloomeb toont genoegzaam aan, dat het niets anders zyn
’ dan Tanden. Meer verfchil is ’er over den
■ dienft, ; welken het Beeft ’er van heeft. Het
komt my niet waarfchynlyk voor, datdezelven
’er tot enkel fteraad aan zouden gegeven zyn ;
noch ook, om zig by nagt daar mede op te
hangen aan den tak van een Boom, ten einde
in veiligheid voor de Tygers, en andere Roofdieren
te kunnen flaapen: maar veeleer, dat het
dezelven totzyne verweering gebruikt; en mis«
fehien ook om de Vrugten van eenige Boo-
men af te fcheuren: terwyl het andere Tanden
om; te byten en te kaauwen heeft.
De Indiaancn agtcn het Vlecfch van dit Hoorn-
Varken het befte der wilde Dieren, en fmaa-
kelyker zelfs dan dat van ’t gewoone, wilde
i & Zwyn.