.......
D E M A D R E P O R E N. 15I
ander Zee-Gewas van hem beoogd worde,
dan de gedagte Kruidnagel (teen , en niettemin lx viu
getuigt h y , dat men aan deéze Soor t . in ’t Ne* Hoofd-
derduitfch, den naam geeft van Kruynagel - Ko•STUK*
rpal en Zee-Kruymgels. Den.naam van Kruidnagel
- Koraai geeft men aan een alom bekend,
doch niet gemeen Zee-Gewas , ’t welk by
zwaare dikke Boomagtige Stukken groeit. Die
fchynt van R u m p h i u s met de laatfte Soort
van Zee - Moernagelen bedoeld te zyn, en dus
kan hec dan ook tot de Vyfcndertigfte Soorc
van onz-n Ridder, onderden naam van Ma-
drepora ramea , welke P a l l a s in ’t Neder •*
duitfeh Kadix - Koraal noemt, behoor en.
Ik geef hier , 'uit myne Verzameling, de Kmidna.
Afbeelding van een zeer fraay Stuk, dat a l s ^ Ge'
tusfehen beiden komt , en wel het naafte
aan den Kruidnagel * Steen , hoewel het met ngt u
Takken groeit. Ik zal het, derhalve, Kruidn
a g e l-Gewas noemen. Hetzelve beftaat uit
dikke Takken , die van een Grondftuk opge-
fchooten zyn , dat het bovenlte van een der-
gelyk Gewas bekleedt; het welke ook plaats
heeft in voorgemelde Kruidnagelfteen. De
zelfftandigheid is insgelyks Kalkagtig, waar in
de gedagte Steenen Kruidnagels, ter langte van
een Duim en daar boven fteeken ; gelyk dit
zig aan de ééne zyde duidelyk openbaart, Het
een en andere is in de. Afbeelding , Plaat
CXXVI I I , Fig. i , onder ’t Oog gebragt,
Daar ziet men o ok , met welk een menigte
K 4 van
DEEL, XVII. STUK,