VI. migen voor het Zaad o f de Vrugt van de Ko^
^XVTI raa^en aangezien. Dikwils is het zodanig door
Hoofd- de Golven afgefleeten, dat zig daar op maar
stuk. eenige Stippen vertoonen , als wanneer zy
naar een Penningje gelyken * doch anders
is de Oppervlakte StraalswyZe bezet met
Plaatjes, dié een weinig getand zyn , en met
elkander eene Ster formeeren. Het middelpunt
puilt in fommigen wat uit; in anderen
is het gelyk met de Oppervlakte; in anderen
wat uitgehold. Sommigen geeven ’er den
ïiaam van Hoofdjes van kleine Zee-Padde-
ftoeltjes aan. . *
(8) MadrepOre, dié enkeld is en zonder
Steel , rond van .Omtrek, met eene veï-
hevenronde Stet 3 uit enkele over langfc
i Plaatjes famengejleld : van onderen hol*
rond.
Dèe-
' f8) Mairtpora fimpléx acaülis orbiculata , StellS convèxa,
Xamellis fimplicibiis longitudinalibus, fubtits concava. Systi^
Nüt. XII. Hort. Cliff. 481. Fungus "lapidofus. C L ü s . Exit.
SiS. f. 1. Fungus Lapideus. BAUH. Hist. III. p, 801, f. 1 ,
Fungus marinus Lapideus. Be s i . Mus, T. 26. f. 3. Fungites
quarms. O LEAR. Mus. 74, T. 34. f. 2. Fungus petrificatus.
l o N A N N . Rirch, 268. T, 287. f. 17. Fungus Cnralloides
pileatus lamellatus. Bo e e H, Lugd. Bat, 1. p. 2. Fungus
'Saxeus. R u m p h . Amb. VI. p. 247. T. 38. f. 1 ,4 . Se is.
Kab, III. T. 110. f. 6. B. T. i n . f. J, <i &T, 112. f. 28,
29,30. Fungus Coralloides M. rubri. S H A W. 6, P A L L.
'Zoïpb, 1.65, Lyst dtr Plantd, 51. 349»
VIÏI.
Jiiadrepora
Furgites,
Zee * Kam-
pemoelje.
Deezè is , in ’t algemeen , bekend onder V I .,
den naam van Zee- Kampernoelje; in’t Franfch
Champignon de Mer,. De meeste Autheureh Hoofd-
geeven ’er, in ’t Latyn$ den naam van Fun-siuK.
gus Lapideus o f Saxeus aan,, dat is Steenen
Kampernoelje. B o n a n n i heeft ze Fungus
petrificatus getyteld, dat zo veel zegt als
Verlteende Kampernoelje. Men móest echter
zeer dwaas zyn, indien menze daar voor houden
wilde; alzo dit Zee-Produkt de Plaatjes
niet van onderen , gelyk in alle Land - Kam*
pernoeljes, maar van boven h e e ft, en aan
hetzelve , buitendien, een Steel ontbreekt.
Men vindtze in Oostindie en in de Roode
Zee;
i> *t Z yn; zegt R üMp h iü s , ronde platte
j , Schyven, boven wat verheven, fommigen
„ hooger, fommigen platter; beneden een
„ weinig hol , en daar in. ’t midden fomtyds
j> een Voetje vertoonende, waar mede z y op
,, de Klippen, doch niet vast, zitten, De
3, bovenfte Vlakte is gemaakt van ontelbaaré
fcherpe Plöoijen, gelyk riien onder aan de
, , Land - Kampernoeliën ziet , kléin en groot
3, door malkander, ter dikte van Parkement,
i , Steenhard en fnydénde, met veele ronde
I, Tandjes Zaagswys’ vérfierd , en allen als
3', Straalen aan het middelpunt,’ dat een holle
,, Kloöve is , famenkomende. De onderfte
is zyde is digt, doch met ftompe Doorntjes*