V I.
A fdeel.
LXXVII.
H oofd»
stuk»
dene daar van als een Bosje by elkander groei-
jende gezien , en ftelt de Woonplaats in de
Westindifche, L i n n ^ üs in de Oostindifche
Zee - Wateren.
Indien dat Schepzel, pit de Chineefche Verzameling
van L a g e r s t r o o m , gelyk de
Heer P a l l a s oordeelt, hier toe insgelyks
te betrekken ware , dan zou deeze Soort aan
veranderingen onderhevig zyn. Onze Ridder
hadt hetzelve Hydra conglomerata genoemd,
en zegt dat het de grootfte was onder de bekende
Polypen. Het hadt een Steel der dikte
van een Pennefchaft , een Duim lang, welke
met zynen Wortel aan eenig vast Lighaam gehecht
is , aan den Top verdeeld in veele zeer
korte ongeregelde Takken, die wederom ver»
fcheide maaien worden verdeeld en dik zyn
aan de Enden (*).
Als een Agtfte Soort hadt L i n n ^eus hier,
zo uit navolging van P a l l a s , als volgens
de Afbeelding, welke wylen de Franeker Hovenier
M e e SE daar van in zyne Flora Friß•
ca heeft uitgegeven , een Aard - Koraalmos
geplaatst;, ’t Is naamelyk bekend, dat, op de
Bergummer-Heide in Friesland, aan gedagten
Kruidkenner dergelyke Gewasjes waren voorgekomen,
welken tot een voorbeeld fcheenen
te ftrekken van Koraalmos op ’ t Land groeijen
Chinins, Lagerßr,N, jo« Aman* Acai,IV.p. 2J7, T, 3.
f, U
D E K O R A A L M O S S E N . 519
iende. De Heer P a l l a s hadt daar van een , v r *
voornaame tegenwerping op de DierlykheidLXXVII>
der Koraalmosfen gemaakt, doch de Heer Hoofd-
E l l i s gaf met reden in bedenken, o f zy ookSTUK-
by toeval aldaar konden geraakt zyn *. D a t ^ ^ #
deeze bedenking van zyn Ed. gegrond w a s , luei voor.
worden wy thans door don Heer B o d d a e r t
onderrigt (*). M e e s e hadt eenige brokjes
van dat Gewas aan den Heer P a l l a s gezonden,
en ze lf daar by gemeld, dat het Rukjes
waren v.n het Gekuifde, Róodagtige en Win»
kei - Koraalmos , door Storm van *t Strand op
’t vaste^Land gefmeeten zynde, en zig aldaar
vastgezet hebbende : weshalve hy die eerst
voor een Plantgewas hadt gehouden , en tot
de Licheïïcs betrokken (t)* Maar, zou men
mogen vraagen, hoe is zyn Ed. naderhand tot
die kenbiiff; gekomen ? O f heeft hy mooglyk
te vooren die Soorten van Koraalmos niet gekend
, en naderhand, uit de overeenkomst van
zyne gevondene Plantjes met dezelven, zynen
misflag ontdekt? Hadt hy dan toen niet geweten,
dat ’er mooglykheid w a re , dat die Koraalmosfen
door de Golven op ’t vaste Land
konden gefmeeten zynP O f heeft men zyn gezegde
flegts te ver getrokken ? Hoe ’t zy dus
wordt de Wereld tot misvattingen gebragt.
LXXVIII. HOOFD-
(*) Lyst der Plantdieren Asnhangzel. bladz. 644.
( f ) Licken fruticulofus ramofus aniculMus, Articulis longls
Cylindricis, Peltis pedunculatis. Flor. Frif, p, 75» N. S°3. T .>.
ü f '4