W. „ ftaaü in de Afchgraauwe Kleur, indien men
IXXIV »» fle§ ts flft* den Autheur vernam, dat het Ge-
Hoofd- * 5ï was die niet k ry g t, dap verfcheide maaien
stuk. 9j jn Water gedompeld 4 waar door het zyné
Rivier. w Slymigheid verliest , en daarna gedroogd
■ ont* „ zynde. De uitdrukkingen van P l u k e n e -
,, t i u s , anfracluofa & perfragilis-, zyn taame-
4, lyk gepast, doch niemand deezer Autheurerï
,, fpreekt van den Reuk , die zeer aanmerke*
„ lyk is.”
I ly hadt gezegd, dat dit Sponsgewas een
flerken Vifch - Reuk h e e ft , die langs hoe
meer toeneemt, wanneer men ’t zelve eenigerï
tyd in Water bewaart. Zo men h e t, reeds
,, droog zyn d e , wederom in Water fteekt ,
„ dan hervat het allengs zyn voorige uitge-
,, breidheid en zagtheid, en krygt een Kleur
5, die donkerer is , dan hetzelve Natuurlyk
4, in het Water heeft , terwyl het groeide i
9, zo men zeggen kan dat een Lighaam groeit,
„ waar in geen Werktuiglyk Geitel te ont-
„ dekken is. Men kan ’er het Water uitdrukken,
daar zy mede gevuld is , gelyk uit an-
,, dere Sponfen , doch , zo men ze te veel
a, drukt, dan kruimelt ze weg. Eindelyk ,
„ wanneer men deeze Spons , na verfcheide
3, maaien in Water gelegd en wederom ge-
, , droogd te zyn , voor de laatfte maal laat
„ droogen , dan neemt zy eene Afchgraauwe
,3 Kleur aan, en verliest haare Reuk.”
Een Koek , van een Kwartier tot een half
Duim
Duim dikte , aari platte Steenen o f Paaien , V V ,
gehecht, ftrekt tot een Wortel voor deeze^xxiy"
Spons, dié Takken uitgeeft van twee, drie hoofd- *
ö f vier Duimen lahgte, van dikte als de stuk*
Pink o f kleinfte Vinger van een Menfch 4
fommigen enkeld, fommigea gegaffeld o f ge- p *
v o rk t, aan ’t end ftömp, en ongemeen ver-
Ichilleride van geftalte; Men heeft, evenwel,
Ook Klompen van dit Sponsgewas gevonden 4
die niet veel minder dan ëeii Voet hoog Waren
j en grooter. De Kleur , frifch uit het
Water komende, is blëek groen, naar ’t gee-
le trekkende t men heeft ook , in ’t énd van
July 4 het uiterfte van alle dé Takken , ter
langte van één half Duiriï, geelagtig wit gezien
, bleeker dan Citroenkldun Met zyné
Slym gedroogd, is het geheeld GeWas vuil
geel 4 met eenën Glans, als o f het gevernist
ware.
„ Droog zynde ( z e g t R e n e a u l m e , ) ld
4, deeze Plant zeer broofch, zy breekt ligt
4, en is zo Wryfbaar , dat, wanneer men zé
j, tusfchen de Vingeren drükt, haar deelen
i, geen ander verband fchynèn te hebben 4
„ dan het gene hun de Slym g a f, welke z ig a
4, droog zynde , gehecht vertoont aan dé
4, kleine gebroken Vezelen 5 bykaüs op de
,4 zelfde manier als het Mèrgfap , dat men
4, waarneemt op de Beenagtige Vezels in dé
4, tedere en Cèllüleuze gedeèlten vaii dé
4, Beendefs der Dieren. Uitwendig is deeze
G g 1 Plant
i Dia. xvii. stu*.