5<So B e s c h r y v i n o v a
VI. (iM) Korallyn met flaauwe Tandjes, Eyronde
Lxxvrii. Eijernesten in de Mikken: de Takken ei>
hoofd» keld en tegenover elkander.
STUK.
Cuseuta, Korallyn die de gedaante van Viltkruid
Korallyn!" heefc > zeer klein> Takkig is en kruipende, de
Takjes tegen elkander over, vol van by uit-
Itek kleine Eyronde Blaasjes, die in de Knietjes
der Takken zitten. Dit is de benaatning,
welke de Heer E l l is geeft aan deeze Soort,
die door hem alleenlyk op het Peuldraagend
Zee-Ruy gevonden was. Uit de Afbeelding,
door hem in de Natuurlyke grootte daar van
gegeven, blykt dat zy wel naar de Haairagti-
ge Vezelen van het Viltkruid (Cuseuta') 9 doch
in ’ t allerminfte niet naar Kruipend Schurft
gelykt. P a l l a s verbeelde zig , dat deeze
Soort eer tot de Zee-Mosfen te betrekken
zy.
xtx. O9J Korallyn , met flaame Tandjes; de Ei-
Vva-
D ru i f - J eT
Korallyn.
(18) Sertularia Denticulis obfoletis, Ovariis ovatis axillari-
bus, Ramis oppofitis fimplicibiis, Syst. Nat, XII, Corallina
Cuscuta forma, minima Ramofa repens, Ramulis oppofitis ,
See. El l i s Corail, p, 28. N 26. T* 14. c, C. Pa l l «
Zotph. 74. Kruipend Schurft gelykend Korallyn, Lyst der
Plantd, bl. 155,
(19) Sertularia Denticulis obfoletis, Ovariis ovatis racemo-
(is, Ramis vagis, Syst. Nat, XII. Corallina minima repens,
Veliculis ovatis Uvarum inftar Ramulis adharentibus, El l i s .
C»«
■ pii| '"inmifu mi, 1 lifijtfmEt':**Ss. hw m m
-----------------------------f9 1 M \
B E K O R A L L Y N E N - 56I
ken h.er en daar verfpreid.
de Blaasjes als Druiven aan de Takjes zitten
mMl
I IS . VI. ■ Afdeel.
l x x v i i i . mm 1 Hoofd-
- stuk.
1-
n - M m
opgemaakt. Deeze Eyronde Blaadjes houdt
de Heer E l l i s voor doode Polypen: L i n k
t e u s voor Eijernesten. ’ c Kan famengaan,
want E l l is heeft naderhand ontdekt, dat
het gene hy in andere Korallynen voor doode
Polypen aangezien hadc , Eijernesten waren.
P a l l a s , die deeze Soort, in Zeeland voorkomende
, nader waargenomen heeft, houdeze
ook daar voor. Zy vertoonden zig aan hem,
als een witte, ondoorfchynende ern bevattende.
E l l i s vondt ’er Lighaamnjes in , die
naar de Steentjes van Druiven geleeken. Het
is een van de kleinfte en fynfle Korallynen,
kruipende met Vezelagdge Rankjes, fyner dan
Haair, langs de Oppervlakte van het Breed-
bladerige Korstgewas, in Fig. \ , op onze
Plaat. CXXXVI , afgebeeld, doch niet het
gene zig daar op vertoont. De leevende Polypen
zyn hem , haare Armen buiten deeze
Blaasjes uitfpreidende , voorgekomen, doch
in
CoralU p. »7. N. 25. T. 13. f, c, C. Sertularia Acinatia.
P ALL. Zo'óph, 72. Druif-Korallyn, Lyst der Plantd. bl.
IS4*
N a
I, Deel, xvii. stuk.
m\
•m l
ÉÉÉ