Zee * Gewasfen in ’t algemeen gegeven. De VI.
Madreporen, die ’er het gros van uitmaaken, Al x x i ’
noemt men Sterre - Koraalen; onder de Mille- Hoofd-
poren heeft men Lint-, Kant, Net*, Leder-stuk*
Kalk- en andere Koraalen. Met reden mogt
ik derhalve dit Geflagt van Koraalen, waar
onder de meeften zeer fraay, en zo wel in
de Indiën als hier te Lande in veel agting
zyn, van de overigen uitmonfteren door ee-
nen Edelen naam.
De Kenmerken , die onze Ridder opgeeft, ^Xenmess
zyn, dat het een Geworteld Gewas is, van
Steenagtige zelfftandigheid , onbuigzaam en
dikwils uit Leedjes beftaande: welks Bloemen
Polypen zyn , die op de zyden der Takjes
uitkomen , en zig aldaar uitbreiden. D i t ,
echter, is niet in alle de Soorten van dit Geflagt
waargenomen , 1 en de zelfftandigheid
kan niet eigentlyk Steenig genoemd worden,
dan in het Bloedkoraal alleem Z y is, in de
anderen, veeleer Kraakbeenig of als van
Hoorn en eenigermaate buigzaam: ja in fom-
migen zeer voos, als Puimfteen. Ik zou,
derhalve, de Zee*Gewasfen van dit Geflagt
Boomagtig getakt noemen, zonder blykbaa-
re Gaatjes, ’t welk evenwel ook niet zonder
uitzondering aan te neemen is.
Het begrypt zes Soorten , waar van de soomtn
eerfte is het gene men Konings - Koraal noemt,
de tweede en derde worden Leedjes-Koraal,
de laatfte Bloedkoraal geheten.
P 5 CO Ede]