VI. Zeewaters om Europa, dat naauwlyks een
^ Zee-Plant ■ of Steen niets daar van heeft,
Hoofd- L innjeus plaatstze thans in ’c Geflagt van
stuk. Flus tra, en geeft 'er den bynaam van Pilofa9
dat is Haaiiïge, aan. W y zullen haar in ’t
vervolg nader befchouwen. ’t Zy hier genoeg
gezegd, dat het een Vliezig, Kalkagtig
Korstje is, met een menigte van kleine Gaat*
jes, ’t welk de gezegde Lighaamen hier en
daar bekleedt. Ieder Gaatje is een hol Buis-,
je , met een getanden Rand, weinig dieper
dan de wydte, en deeze Buisjes zyn aan elkander
vastgegroeid. Het Dier , dat deeze
Hokjes bouwt, is , zegt h y , een Soort van
Gepluimde Polypen, hebbende omtrent twintig
Armen , v^n gelyke langte, die, uitgebreid
zynde , eene Klokswyze figuur maaken.
De volgende Eigenfehappen hadt L oef l i n ö
*er in waargenomen.
,, Z y vermeerderen geduurig de gezegde
, , Korst met nieuwe Pypjes , buitenwaards ,
„ daar aan te voegen. De vermeerdering ge?
„ fchiedt door een AanhangzeJ, dat het oude
„ Dier onderwaards van zig fchiet, en in ’t
„ eerst met zyne Scheede, bedekt is, wordende
„ middelerwyl de Cylinder, meest van des?
, , zelfs uitdampende Sap, gevormd,het welke
,, een Steenhardheid aanneemt, De Cylinder
„ gereed zynde, vertoont het Dier zig in
„ zyne volkomene Geftalte, en kruipt, naar
„ welgevallen, met zyne Armen uit de Schee3i
de,
„ de. De buitenfte Dieren, digtst aan den VI.
,, Omtrek , zyn derhalve altyd de jongften, Afdeel.
aj en deeze geeven vervolgens weder jongere
, , Dieren van zig af. Buiten twyfel bereiken STUK.
,, zy flegts eenen bepaalden Ouderdom, dewyl
„ men gemeenlyk de middelften dood vindt.
„ Hoewel zy allen van eene onmiddelyke
,,, famenvoeging afkomftig zyn , hebben de
„ anderen doch geen aandoening, daar van,
„ dat men één in ’t byzonder aanraakt; maar
„ als de beweeging fierk en algemeen is, by
„ voorbeeld door een hevige beroering van
9, het Water., , dan trekken zy zig altemaal,
„ zeer gezwind, in hunne Scheeden famen*
„ Wanneer zy zig wederom vertoonen, dan
„ fteeken zy hunne Armen uit een Cylinder,
„ nu hier dan daar, zeer ongelyk , uit: zy
,, fchuiven eerst hunne Scheede, welke het
,, Lighaam drukt, wat langzaam voort ,
„ doch ontfluiten te gelyk hunne Armen
,, in de gedaante van een Klokje, In de toe-
„ ftand , in' welke zy zig alsdan bevinden,
,, beweegen zy hunne Armen voorwaards en
„ terug , en maaken , wegens hunne overëen-
,, komst met elkander en hunne fchoone Melk-
„ witte Kleur , een aangenaame Vertooning,
„ Even ’t- zelfde maakzel heeft plaats in een
„ Bladerig Korstgewas (* ) , dat overvloedig
,, vqorrlustra
faliacea L i n n jE i*