VI. zodanigen Zaaddraagend Koraalmos , offchoon
kec n^ec ze^er is > dat die Knopjes eigentlyk
Ho o fd * Zaad bevatten van dit Gewas. E lli s zelf
stuk. heeft die benaaming gebruikt, ten opzigt van
de beide hier aangehaalde Soorten, waar vaa
de eerfte, tot onderfcbeiding, den naam van
Gekuifde voert, gelykende, in Geftalte, veel
naar een Haanekam.
Gekuifd. Hier van zegt hy en toont, dat het by ronde
Bosfen g ro e it, en dewyl de Takken, zig
Waaijeragdg uitfpreidende, plat tegen elkander
aan geplaatst zyn , zo maakt het zeer fraa*
je Kuiven, waar van fommigen fchoonrood,
anderen groen zyn, met een witten Rand omzoomd.
,, Men vindt het doorgaans groeijen
,, op dunne Takjes van rondfteelige Zee* Ruy.
„ Aan het boven-end van deszelfs Steeltjes
,, ontdekt men, met het Mikroskoop, eenige
» kleine Blaasjes, uit den Top van ieder van
,, welken twee andere Takken hunnen oirfprong
„ neemen , zo dat zy fchynen te dienen tot
,, onderlteuning van dit Gewas.”
vederagtig. ’c Is zeer klein, Haairagtig fyn , zelden meer
dan een Duim h o og , zo wel als die andere
Soort van E l l i s , welke uit ongemeen dunne
Haartjes beftaat en witagtig is van Kleur. De
Blaasjes van hetzelve houden het ook, zo het
fchyDt, in ’c Water o p , zegt E l l i s , die
het oordeelt zeer naa verwant te zyn met het
voorgaande. Ook verbeeldt zig de Heer P a l -
l a s , dat die Sneeuw - witte Vederagtige van
den
den zelfden Autheur , het beginze! van deeze Vk
o f de voorgaande geweest zy. En zyne rood*LXX” 1 u
agtige zou van dezelven alleenlyk door een Hoofd-
klein verfchil in de figuur der Leedjes onder-STUK*
fcheidën , en derhalve misfchien ook maar als
eene Verfcheidenheid aan te merken zyn. Hierom
betrekt onze Ridder die allen tot deeze
Soort. Men ziet , dat z y , zo in grootte als
in uitwendige Geftalte, ongemeen van het
Winkel - Koraalmos verfchillen.
(4) Koraalmos, dat gegaffeld en van onderen
gevind is, met de Leedjes twee - Hoornig, camkuia.
ta.
. „ Ti •• Gehoornd.
Dit Gewasje , ook op Zee-Ruy groeiende
, ’‘’alt mede naauwlyks een Duim hoog Het
verfchilt aanmerkelyk van de voorgaanden, zo
door zyne manier van Groeijing en de dunte
der Takjes, als daar door, dat de Leedjes van
het Steeltje rond en lang, die derzy-Takjes
kort zyn en gehoornd, het welk de Kenmerken
uitmaakt van dit ongemeen fyne Koraalmos.
Het komt insgelyks voor aan onze en de En-
gelfche Kusten.
(5 ) Koraalmos, dat gegaffeld is , hebbende de Pr^ e -
Leed- ma.
(+) Corallina dichotoma inferne pinnata > Articulis bicorni-
bus. Faun. Suec. 2236. Corallina alba exigua &c. B l l . Co-
ra.ll. p. 5°- N. 6. T. 24. f. D. P A L L. Zoöpè. p. 424.
(5) corallina diehotoma , Articulis Füiformibus divaricntis
Apice
K k 2
Brodèh.
T V T 7 T T C im t w