VI.
A fdeel.
LXVI.
H oofd-
STUK.
Pypjes zig als uit Leedjes beftaande, die van
één tot zes Lynen', dat is tot pen half Duim
en daar o v e r , lang zyn. Mén wordt, in
fommigen , een foort van Spuitje gewaar ,
gelyk in de Nautilusfen , dat in een Leedje
van het Pypje is , en als uit in elkander ge-
ftoken Tregtertjes beftaat. Het Dekzeltje
van ieder Leedje heeft fomtyds van boven
een klein rond Gaatje, in anderen fchynt het
geheel gellooten te zyn. Zulke Spuitjes,
echter, hebben niet in alle Leedjes plaats ,
en gaan ook niet door alle Leedjes heen:
zelfs vindt men ’er die niet op elkander
fluiten. Ook zyn veele Pypjes geheel zonder
Spuitjes. In een Stuk, daar de Leedjes niet
meer dan één Lyn lang z y n , vind ik dat een
Varkens-Borstel, wel tot een Duimen daar
over , ingaat door fommigen van de bovenfte
Gaatjes , en dus ten minfte gepasfeerd moet
zyn door twaaf Leedjes. In een ander Stuk
gaat die Borstel veel verder door. Die Sters-
wyze fluiting van de Leedjes door het Spuitje
, waar de Heer P a l l a s van fpreekt ^
word ik niet aan ’t bovenfte maar aan het
onder-end gewaar; zynde de Tregterswyze
holligheid van boven met een uitpuilend Dekzeltje
De Wor-
iiien*
, dat een rond Gaatje h e e ft, gefloo-
ten.Deeze Struttuur van het Roode Pypkoraal
toont blykbaarlyk, dat het van een D'ierlykea
oi!-°
i )E P y p k o r a a l è n . 83
öirfprong , en door Diertjes gefabriceerd VTi
zy (* ). Zeelieden , die hetzelve verfch ge* LXVif
vonden jiebben , verhaalen, dat ’er alsdan Hoofd-
Wormpjes in zyn van eene taamelyke lang-stuk,
te , welke uit hunne Pypjes te voorfchyn komen
, en, op het befpeuren van eenig gevaar *
zig ylings weder daar in begeeven. De een-
paarige wydte van de Pypjes maakt het on-
twyfelbaar, o f dezelven zullen, even als de
andere Wormhuisjes , om het L y f van deeze
Wormpjes gegroeid zyn. Deeze Wormpjes
kunnen de langte naauwlyks hebben van de
geheele Pypjes; hunne langte fchynt ook niet
aan die der Leedjes bepaald te zyn, en dus
zal men de aangroeijing van zo groote Klompen
aan een dergelyken voortgang van Schooien
deezer Wormpjes, als waar door de Heer
É l e i s de vorming der Zee-Heesters tragt
te verklaaren, moeten toefchryven.
De Heer B o d d a e r t vertoont ons, uit Geboogert
het Kabinet van den Hoogleeraar D; v a n ^ “* -
de W y n p e r s s e , thans te Leiden , een pi.cxxvt,
Stuk van dit Koraal, dat inderdaad ongemeen F* ‘ l*
ïs , dewyl de middelfte Pypjes byna een regten
hoek maaken met de onderfte en bovenfte.
Volgens de Afbeelding fchynen de Pypjes
Ke-
(*) 1’Órgue de Mër, appelle'e TubularU , n’estqu’un ama*
de Tiiyaux , qui par leur couleur resferoblent beaucoup au
Corail Sc qui {ènt habités öc {onnes par des Vers. A e aum*
Mtm, de 1727.