2 f)0 B e s c h r y v i n g v a n
VI.
A fd e e l
LXXI,
Hoofds
tu k .
Bloei-
Koraal.
* Zie
bladz. 17
28, hier
voor.
Kaap Rofe tot Kaap Negro toe, dat is tus-
fchen Tunis en Algiers. Voor de Vryheid
tot deeze Vifchery en tot den Handel op die
Kus t , moeten jaarlyks meer dan vierentwintigduizend
Piasters aan de Regeeringen van
die plaatfen betaald worden. De Vaartuigen ,
op deeze Visfchery afgevaardigd, brengen
wel v y f o f zeshonderd Kwintaalen in een Z o mer
aan. Toen de Stapel van die Visfchery
te Marfeille was, hadt men aldaar ten minfte
veertig Fabrieken o f Werkhuizen , waar in
het Koraal fchoon gemaakt, gefatzoeneerd en
gepolyst werdt; doch wanneer dezelve, den
Kooplieden van gedagte Stad -ontnomen zyn-
d e , in handen van de Kotnpagnie der Indiën
kwam, werdt het Magazyn van Koraal naar
Genua verplaatst.
De plaatfen , waar het Koraal groeit, komen
echter ook aan de Kust van Katalonie,
by de Balearifche Eilanden; aan die van Pro-
vence tusfchen Kaap de la Couronne en die
van St. Tropez ; aan de Zuidelyke deelen van
Sicilië , en in de Adriatifche Zee o f Golf
van Ven ede , voor. ft Zyn zekere Grotten,
o f in de vaste Rots, o f in die Kalkagtige
Korst, welke den Bodem der Zee bedekt, en
famengeReld is uit Koraalgewasfen , Steen,
Aarde, Zand, en andere Lighaamen * , by de
1 Koraalvisfchers Magirtan genaamd, zo de Heer
Graaf M a Rs iGLi aanmerkt. ,, Deeze Grot-,
„ ten, zegt h y , moeten met haar Gewelf
, , evende
E d e l e K oraa l en. a6t
„ evenwydig o f byna evenwydig loopen aan VI.
,, de Oppervlakte der Aarde. De zodanigen
„ zyn het, welke de Visfchers zorgvuldig, enHooFu-
„ met eene ongelooflyke moeite, opzoeken , s t u k .
„ zo aan den Oever, als op groote Diepten, K^Tl^ f
„ ver in Zee. Z y moeten zulks by louter
,, Geval doen , dewyl alles met Water be-
„ dekt is, doch, die het eerst aan zulke Grot-
„ ten komt, wordt rykelyk voor zyne moeite
„ beloond, door een geheele Bosfchagie van
, , Bloedkoraal in het .Net te krygen” .
Men heeft, naamelyk, zekere Werktuigen,
door den Graaf en ook elders afgebeeld, welke
dienen kunnen om , op groote Diepten,
dus blindelings naar het Koraal te vïsfchen.
Het yoornaamRe van deeze Werktuigen be-
Raat uit twee dikke Latten., die in ’t kruis
famengevoegd zyn,.en aldaar met een Steen,
Kanonkogel o f Ruk Lood bezwaard, om te
kunnen zinken. Aan ieder End van dit Kruis
is een bondel Netten , die op de wyze van
een Schakel-Net uit groote en kleine Maa-
zen beRaan. De groote dienen om de Takken
af te rukken. Het andere is een foorc
van Schepnet, beRaande uit een Yzeren Beugel
van anderhalf Voet middellyn , die we*
derzyds ook een dergelyk bos van Netten,
en ze lf een Zak beefc , gelyk de gewoone
Schepnetten. De Stok, daar het aan 't eene
End van is, wordt op dergelyke manier bezwaard,
als het eerstgemeldc. Dit hangt met
R 3 twee