Aïs e ï ’ ^ drie ^ oeten h°°g groeit. B a u h i n u S
LXXIL ver^aalc » dat zyn ruuwe Antipathes o f gebla-
Hoofd- derd Koraal, in de Sardinifche Z e e , wel dé
stuk* hoogte van èen Menfch bereikt, Wordende
van de Italiaanen Sambeggia geheten. De reden
der benaaming van Gorgonia acerofa, welke dé
. Heer Pa l l a s gebruikt h e e ft, is my onbekend.
xm. ( 13) Zee - Heefter, die eenigermaate gegafeld
Tetecbi- ™ ™er Takkig is , met een geele Schors,
ïee.Bluts. hebbende twee Sleuven en roode Gaatjes*
Tak.
De benaaming van dit Zee -Ge!was is van
de roode Vlakjes, die zïg in de Blutskoortfen
gemeenlyk vertoonen, afgeleid, Petechice ge«
naamd. Hierom noem ik het ook Zee-Bluts-
Tak. Van dit ilag vondt de Heer P a l l a s *
in ’t Kabinet van den wyd - beroemden Hoogle
ra a r Gaübiu s, te Leiden, Exemplaaren,
die uit het Kabinet van den grooten Boer.
h a a v e afkomftig waren. Zyn Ed. meldt,
dat, in gedroogde Zee - Heefters van deezen
aart, de roodheid in 't midden der Tepeltjes,
by de Gaatjes, niet zigtbaar is. Zo moet hy
dan ook anderen gezien hebben, waar van hy
evenwel geen gewag maakt. Men vindt ’er in
dat
(13) Gorgonia fiibdichotóina ranaofisfima , Cortice fiavo
bifuJcato Poris rubtis. Syfi. Nat, XII. Gorgonia Petechizans,
P A l l . Zt'óph. la s. Lyst der Flantd. 244,
dat van M a r s i o L i , ’t welk door zyn Ed. V£ / ,
aangehaald w o rd t, niet van gemeld. In dat, j^xxil.
*t welk zig in de Verzameling van den Heer Hoofd-
C h r . P. M e i j e r , bier te Amfterdam, be-stuK.
vindt , door zyn Ed. dus getyteld , vind ik
geen Schors , veel min roode Vlakken. Ik
heb een Zee - Heeftertje , dat wel tot deeze
Soort behooren mogt, gedeeltelyk met Schors ï
doch hier in vertoont zig niets dan eene bleek
graauwe Kleur; maar het Hout is ten deele
Barfteenagtig doorfchynende , voor ’t overige
zwart en in 5t geheel buigzaam. De plaats
der afkomst van dit Zee-Gewas is onzeker.
(14) Z e e -H e e fte r , die den Stam rondagtig xiy.
heeft, de Takken evenwydig en zonder p°er£-™alat
Zytakken, Kamswyze geplaatst, hebben-
de een roode Schors, met uitpuilende Po-
ren, hier en daar verfpreid.
Het bygeftelde Kruisje wyst aan, dat onze
Ridder dit Zee - Gewas niet had gezien. Waarom
zyn Ed. dit dan aanhaalc, met voorbygang
van zo veel andere Soorten, die door den
Heer Pa l l a s opgegeven zyn, is my duifter.
’t Zou kunnen zyn , om dat van dit Kam-
Koraal , gelyk ik het zal noemen, eene Afbeel
( 14} G o r g o n i a teres , Ratnis fecondis parallelis fimplicisfi-
tnis, Cortice rubro , Poris gibbis fparlïs t* Syot, Nat, XII,
S E 7!. Kab, III. T. 106. f, I , P A U . Zoïph* He. Lyst
der Flantd, bl. 213»