VI.
A fdeel,
LX VII.
Hoofd,
stuk.
Herfen-
Steen.
heeft; met eene kro;n*Doolhofswyze Ster;
’ ■ de Naad Jlomp.
Deeze Soorc begrypt de zogenaamde Her-
fenjleenen , die ons uit de beide Indiën worden
toegebragt, zynde dus genoemd, om
dat de loop der Sterswyze Paden en ronde
Beddetjes, die dezelven bepaalen, eeniger-
maate de Darmswyze gedaante der Herfenen,
ineen geopend Menfchen - Hoofd, voorftelt;
te meer, wegens de byna Klootronde, o f ten
minfte meer dan halfronde Gehalte deezer
Steenen, M e r c a t i g a f ’er , om die zelfde
reden ’, den naam van Lapis Lumbricatus, dat
is Wormlteen, aan; maar B o c c o n e noemde
hem Astroites Undulatus o f Gegolfde Ster-
refteen. De Engelfchen noemen deezen Steen
Brainjlone , de Duitfchers Hirnftein , beiden
met de Latynfehe benaaming van Cerebrites
overeenkomltig, welke echter, zo wel als die
van Meandrite, gelyk de Franfchen zeggen,
meest aan Verlteende Stukken van deezen
aart , die men uit de Aarde delft,, gegeven
wordt.
thiformi, Sütura obtufi. Syst, Nat. XII. Hort. Cltff. 481,
OLE AR. Mus. T. 25. f. 1,2. Masla Maris fluftus [repr®.
icntans. B es L. Mus. T. 9. f. I. Astroites undulatus. Bo cc.
JEpist. p. 142, T. f, M Q_, M M. Corallium Cetebti facie.
Pet. Caz. T. 68. f. ïi. Msandrites, Gualth, Test. T.
10, 29, 97. Se b . Nat. III. p. ï i 2. f. 1, 4 , 5 , 6 , 7.
Madrepora Msandrites. P ALL. Zoapb. 171. Lyst iir Planti.
bl, 3<J2*
wordt, Deeze laatfte naam is van de Dool- VI.
hofswyze verdeeling , welke men in de Op- l x v i i *
pervlakte van deezen Steen waarneemt, af- hoofd-*
komftig, stuk.
Van deeze Herfenlteenen komen zeer groo-
te Stukken voor , verfcheide Voeten breed.
Men vindt ’e r , in welken de Paden fmal en
in welken dezelven wyd zyn. Sommigen hebben
de Beddetjes tusfchen de Paden rond ,
anderen plat, en in eenigen zyn die overlangs
gegroefd, De Geltake van fommige Stukken
is Kegelagtig, Men vindt ’er die de Plaatjes,
waar uit de Paden beitaan, getand hebben, en
zulks Helt de Heer P a l l a s tot een Soorte-
lyk Kenmerk van deeze, daar ik doch ’t zelfde
waarneem in eene van de volgende Soort
o f die de Beddetjes fcherp heeft, De Plaatjes
Haan in fommigen ruim, in anderen digt
en als tegen malkander aan. Dat men ze
£ee - Bloemkool noemt, is my onbekend. 4
( iO Madrepore, die enkeld is en geen Steel xr. ■
heeft, met eene krom - Doolhofsvsyze
Ster ; de Naad fcherp. tes.
* Doolhof-
__ _ Steen»
Deeze Soort is , wat de ejgeotlyke betreft,
zo
( ii) Madreptra fimplex acaulis, Stella repando■ Labyrin«
thiformi, Sutura acutâ. Syst. Nat. XII, Mæandrites. GüALTH,
Test. T, j i .SE B. Kat. III. T. 109, f, 10, T. iiz. f. 2. Madte.
pota Labyrinthica. Pa u , Zoöph. 17a. L.der Plant à. bl, 35:7.