VI. maakingen, die een taamelyk fraaije Bosfeha»
AF1*)EFL ' o ' ;
LXXI Sle vertQorien« Men zou ze derhalve, onbe?
Hoofd- dagtelyk, kunnen neemen voor eene Wederstok.
opwekking der vernielde Planten o f Verryze*
Bieed. njs derzelven, als -t ware, uit haar Asfche s Koraal* '■ ' • *
waar van men oudtyds zo aangenaam gedroomd
heeft; indien niet, ongelukkig, even ’c zelfde
plaats had in de Zouten van Kreefts-Oo»
gen, Paarlen en Paarlemoer, op die zelfde
manier bereid. Zonderling is *t, dat men in
het Poeijer van deeze Lighaamen , die ten
opzigt van de Scheidkonllige Ontleeding zq
zeer naar ’t Koraal gelyken, geen Yzerdeelt-
jes vindt (*)<
L X X I I . H O O F D S T U K .
Befchryying van 't Geflagt der. Z e e -H e e s -
t e r e n , anders ook wel Zee - Boomen genaamd
of Hoorngewasfen, als die van eene
Hout- of Hoornagtige natuur en buigzaam zyn.
^ajm. TV Latynfche naam Gorgotiia, die eenigs-
zins vreemd voorkomt, is door onzen
Ridder van P l i n i u s ontleend. Deeze Sf*.
theur z e g t , „ Gorgonia is niets anders dan
«, Ko*>
\ * ) H i i t f d t C A e a d , de l j u , t p , 4$,