VI. wegens dezelven, den naam van Klimop - Kor ah
ix£viit\tyn aan ^ die met den bynaam van Volubilis
Hoofd- niet kwaalyk ftrookt.
stu k# Deeze Korallyn, die naauwlyks zigtbaar is
met het bloote O o g , wordt meest gevonden
op de Sikkel-Korallyn zegt de HeerELL i s ,
die in haare Kelkjes Polypen hadt waargenomen
, ’t welk hem in de Kelkjes der voorgaande
Soort niet hadt mogen gebeuren. Hy ver-
gelyktze by de Klokdiertjes van L e e uwe n h
o e k , die door den Heer B a k e r uitvoerig
waargenomen , afgebeeld en befchreeven
zyn. L i n n ^e u s heeft de Kelkjes voor Ei-
jernesten aangezien, en wie bewyst het tegendeel
? Zulke Blaasjes, die men Eijernesten
noemt in de andere Korallynen, zyn aan deeze
niet gevonden. Men treft haar zo wel in
Indie als in Europa, en in de Kroos - Zee ,
aan, zo de Heer P a l l a s verhaalt (*).
0 7 ) Ko-
Korallynen , aan onze Kusten ,• meer met Slym bezet zyn»
dan aan die van Engeland , en dus zo gemakkelyk en duide«
lykniet waar té neemcn. Ook is ’t een groot verfchil, of
men ze veilch uit Zee waarnecmen kan, dan eenigen tyd
in Glazen moet houden , gelyk de Heet Ba s t e » , die in
zyne Waar nee minpen op het Denneboom-Korallyn zeer veel
hinder hadt van deszeifs begroeijing met Slym en Vuiligheden.
/
(*) Ptlagi Pucus natans is zekeilyk het dryvend Zeegra*
van de Archipel niet, maar het Kroos van den Oceaan, of het
Kruid, dat men Sargas/o noemt, in de Kroos • Zee voorkomende.
(17) Korallyn, met flaauwe Tandjes, de E i- VI.
jernesten rolrond, gejleeld en aan denj^™*
Rand niet inge[meden. Hoofd- ’
STUK.
De benaaming van L i n n a s u s zal van xyxi..
zekere ouderwetfe lange Kelken, die men Fluu y”\ff*
ten noemt, afkomftig zyn. De Heer P a l
heeft deeze Volubilis getyteld, daar zy dochcxxxvir.
minder fchynt te ftingeren dan de voorgaande. Fi£' 4‘
De Heer E l l i s vondtze op de Denneboom-
Korallyn, en merkt het verfchil aan, hier in
beftaande ; , , dat' de gedraaide Steeltjes veel
„ korter en de Kelkjes langer en fmafler, niet
, , getand zyn aan den Rand. De zelfllandig-
„ heid (ze g t P a l l a s ) is geelagtig en meer
„ naar Hoorn gelykende : ook komen ’er me-
, , nigvuldiger Steeltjes uit de Worteltjes voort,
, , ’t welk Buisjes zyn langs de Oppervlakte
„ van Schulpen en andere Korallynen kruipen-
„ de.” Zyn Ed. hadt van de Kust van Corn-
wall eene verfcheidenheid van deeze Soort
bekomen, die regtopftaande Boompjes maakte
, dikwils van anderhalf Duim hoog: in
welk opzigt de Korallynen meermaals het Oog
bedriegen.
(18) Ko-
(17) Sertülaria Demiculis oblbletis, Ovariis cylindricis Pe-
dunculo integerrimis Syjl. Nat. XII, El l . Corall. p. 25. T»
14. f. b, 11, Sertülaria volubilis. FALL, Zoópb. 7J. Lystder
Plantd, bl. 153,
l» Deel. XVII. Stuk.