VI.
A fdeel.
LXV.
HOOFDSTUK.
PALLAS
houdt de
Koraal-
mosfen
voor rlan-
ten.
„ heel verfchillende oirfprong en Voedzel
„ genieten, dan van deeze Bast: gelyk ik die
,, in *t Eerfte Stukje van myne Natuurkun-
,, dige Uitfpanningen getragt heb te betoo-
» gen”.
Vervolgens kwam de Systematifche be-
fchryving der Plantdieren door Doktor Pa l -
l a s , naderhand Hoogleeraar te Petecsburg
geworden, aan ’t licht (* ).
Hier in worden de Sertularice volftrekt
verklaard voor Dieren met eene Plantaartige
groeijing begaafd. „ Uit de Waarneemingen
,, blykt thans genoegzaam (zegt die Heer),
,, dat de Sertularia , als ’t ware, een getak-
, , te Polypus is , beflooten in een Hoornagtig
,, Buisje, door welks gekroonde Poren of
,, Kelkjes dit Dier zyne Koppen, met Baard-
s, jes voorzien , uitfleekt , brengende in by-
,, zondere Blaasjes leevende Vrugtbeginzels
„ voort 3 die afvallen, om nieuwe bezielde
,, Planten te worden” . Onder deeze telt hy
verfcheide Korallynen , in welken nog geene
Polypen of Diertjes waargenomen zyn: doch
de Corallina Offioinanm en dergelyken foorten
van Koraalmosfen, welken L in n^eus in de
Tiende Uitgaave van zyn Samenftel der Natuur
, op 't voorbeeld van E l l i s , mede
ge-
(*) Ekncbus Z'odphytorum, Auttore P. S. P AL LAS, Hngae
1767. door den Heer Dr. B o d d a f . e t vertaald en met
ïflaaten uitgegeven onder dien naatn van Ljft der Plantdieren
^ Utrecht. 1768.
geplaatst hadt onder de Plantdieren, worden VI.
door P a l l a s alleenlyk op t end byge-
voegd , op dat zyne Lyst niet onvolkomen hoofd-
zoude geagt kunnen worden te zyn, n ie t te - stuk.
genftaande zyn Ed„ dezelven volftrekt voor
Planten hieldt.
De Heer E l l i s , dus de zaak maar ten e l u s
halve gewonnen hebbende, trok daar op aan-^tw0eoTde
Honds weder het harnas aan. Zyn Ed. vondt
goed, zig te verdedigen in een Brief aan den zyn.
Ridder L innjEUs , over de Dierlyke natuur
van het Gejlagt der Plantdieren, die men Koraalmosfen
noemt: waar van een Uittrekzel
in de Verhandelingen der Koninglyke Sociëteit
van Londen, op ?t jaar 1768, is geplaatst (*).
Hier worden, in de eerste plaats , de redenen
van P al la s wederlegd. Hy begint met aan
te merken , dat de Koraalmosfen geenszins in
Structuur , of in een Scheidkonftig onderzoek,
naby komen aan e enig Gejlagt van Plantdieren.
Het tegendeel hier van tragt E l l i s te be-'
toogendoor verfcheide Voorbeelden. „ Breek,
„ zegt h y , een dun Stukje af van de Kalk-
„ agtige Millepore van P a l l a s , die hy er-
„ kent Dierlyk te zyn, en dit met het Mi-
„ kroskoop onderzoekende, zult gy bevinden,
,, dat
Extra ft of a Letter from Jo h n E l l x s , Esquire
F. R. S. to Dr. LINN/E&s of Upfal , F. E. S: ou the
Animal Nature of the Genus o f Zoöphytes , called Corallina.
Phil. Tianf. V ol . LVII. Part, i , p. 404..
» 5
L Deel. XVII. STUK.