VI. „ jes zyn bykans Klootrond en komen dik wils
„ overdwars gekreukt o f gegroefd voor. Toen
Hoofd- „ ik , op de Kust vanSusfex, te Brighchelm-
stük. w' ftone was * , nam ik eerst de leevende Po-
biadzZieg » tyPen de Blaasjes van de Klasfe der Ge-
* „ tande Korallynen , en in ’t byzonder in dit
t Biadz, „ fla g , waar f» Deeze Dieren zyn veel
4r* „ grooter in de Blaasjes dan die zig in de
„ Tandjes bevinden. Z y worden voortge-
„ Booten o f groeijen onregelmaatig , met
,, haare Blaasjes , hier en daar, tot de zyden
„ van den Stam en de Takken uit. W y kun-
„ nen , door het Mikroskoop , gemakkelyk
,, onderfcheiden , hoe zy vereenigd zyn met
, , het Lighaam van de Moeder - Polypus, ’t
,, welk fchynt te bellaan uit Schakels van
, , kleine Polypen by paaren, zynde ieder Paar
, , aan de anderen gehecht door middel van eene
, , Vleezige Streep , die door het midden van
,, de Korallyn loopt. Hier zagen wy de
„ kleine Polypen van deeze Soort haare
,, Klaauwen uitftrekken om Voedzel op te
, , zoeken, zo wel als die groote, welke ver-
, , vat waren in de gezegde Blaasjes (*_)”.
Ik verwonder my , dat de Heer P a l l a s
de Eijernestea van deze Korallyn heeft moeten
op-
(*) Dus moet het verftaan worden , en niet, gelyk men
het Engelfche werk in ’ t Franfch vertaald heeft, tout commt
eeux des Corallines Veficuleufes. Want deeze Zee Eik Korallyn
behoort zelf tot de Blaas • Korallynen.
öDzoeken op ’t Zee-Strand van Harwich, . VI.
r sr aFDEEÏ. terwyl men ze genoegzaam aan onze Kusten LXXVIII<
vindt, ’t Is waar, hy z e g t, dat dezelve daar Hoofd-
zeer menigvuldig en weelig op verfc heideSTÜK»
Soorten van Zee -Ruy groeit ( * ) , Ik neem
in ’t myne waar, dat het Buisje, ’ t welk voor
Worteltje verltrekt, t'elkens , wanneer het
een Steeltje uitgeeft, aan ’t Blad is vast gekramd.
De Kleur is bruinagtig geel; zo dat
z y op de zwartagtige oppervlakte van het
Z e e -R u y geen onaartige vertooning maakt.
In afgezette Exemplaaren van ’t Werk van
E l l i s heeft men dezelve, zeer oneigen, met
zwart befmoddeld.
(3) Korallyn met de Tandjes tegenover elkan- m.
der fpits en byna regtopflaande; de Eijer- (jPercula‘
nesten puntig Eyrond en gedekzeld ; de Haair-
Takken overhoeks geplaatst. Korallyn.
De
(%) In Harvicenfi Facofo littere hancfpeeiem ohjervavi ———
frequentisfimam &■ luxuriar.ttm. Men vertaalt dit, dat hy ’t
’er weinig heeft zien groeijen, Lyst der Plantd. biadz. 164»
(5) Sertularia Denticulis oppofitis mucronatis ereftiuseulis,
Ovariis obovatis operculatis, Ramis alternis. Syst. Nat. XII.
ELL, Corall. p, 8. N. 6. T. 3. f. B, R a j , ^tngl. III, p.
3(5. N. 18. Corallina Museola denticulata procumbens &c.
Plok. Mm. 119. T. 47. f. i i . Muscus marinus denticula»
tus procumbens , Caule tenuisfimo, Denticellis bijugis» RAJ ,
Ilist. 79, Mor i s . Hist. III. p. <550. s. 15. T. 9, f. 3,
Muscus marinus iendiginofus minimus , Arenacei coloris.
Mo s . ib. f. a, Sertularia Usneoides, ï A i L i Ztsifh. sa,
Zee-Haair. Lyst der Plantd. bl. 164.
LI a