Afdeet ftand'£ befchreeven is , met een zeer goede
LXXIjI. Afbeelding. L inn^eus zal waarfchynlyk
st°v°k D' daar van gezwee§eu hebben, om dat het hem
a Z L niet voorëel<omen was. Ik heb 9er een Stuk
aStige' van, *é welk een Vinger lang is , en aan 't
End platagtig, meer dan een half Duim breed.
Het andere End, daar dit Zee-Gewas is afgebroken
, is ronder , en vertoont de Rooskleurige
inwendige zelfftandigheid, die geheel
verfchillende is van de uitwendige Vezelagti-
g e , waar in hy zekere glinfterende deeltjes
waarnam , welke thans den naam geeven aan
deeze Alcyonie (* ) , lk neem waar , dat in
de Roozekleurige zelfflandigheid maar weinige
van die Vezeltjes o f Pykjes zyn , uit wel-
ken de Schorsagtige byna geheel beftaat, en
welken ik ook vind in de gedagte Sponsagti-
tige Alcyonie. Jk geloof dat het fchietingen
zyn van eene Salpeteragtige natuur. Boccof
f ) De Heer P a l l a s heeft dien nnam gebruikt, doch
zyn Ed. Ichynt 15 o c c o n e niet wel begreepen te hebben,
aangaande de zitplaats van die Spicula Glacialia , welke
naar Vezeltjes van Asbest gelyken, of hy hecht een onge-
woone betekenis aan t woord Alburnum, wanneer hy zegt
Alburnum BoCCONE dicit etfe rofeum, ah externü fubjlan-
tia diverfum. Alburnum, immers, betekent het Spint of bui-
tenfle van t Hout , dat van zyne witagtigheid dien naam
heeft: weshalve ook de volgende Soort, door henj getyreld
Alc)onium Alburnum , die van binnen geheel wit is , door
B o dd a e r t Zee - Spint geheten wordt. Hoe kan dan het
Spint hier Rooze-klemig genoemd worden?
CO NE vondt aan deeze Pyltjes, door naauw‘ A
keurige befchouwing, een menigte van zeer lx x ’ihI
kleine doorfchynende Bolletjes. De Opper- Hoofd-
vlakte is roodagtig wi t , en bezet met een5TUK’
menigte van Kuiltjes , waar in zig iets S t e r -^ g *
agtigs vertoont. By Texel was deeze Soort,
volgens B o c c o n e , op het Zand gevonden,
niettegen(taande men weet , dat zy niet dan
inde Westindièn groeit. De Heer P a l i a s
fchynt zig derhalve te verbeelden, dat zodanige
Westindifche Produkten wel eens op onze
Stranden aanfpoelen ; ’t welk men van fom-
mige dryvende dingen zou mogen gelooven;
doch zy kunnen 'er ook by toevallen .van
Schipbreuk o f anders op geraakt zyn.
In het Kabinet van zyne Doorluchtigfte spint-
Hoogheid bevondt zig een andere S o o rt, l^ n ie .
welke door den Heer Pallas genoemd
wordt Alcyonium Alburnum , dat is Spint-Air
cyonie. Daar de voorgaande dikwils enkeld,
doch fomtyds ook by veele Takken groeit,
beftaat deeze als uit een geheele bosfchagie
vau Stammetjes, op 't hoogde een Pink dik,
en omtrent een half Voet hoog , ten deele
regtopftaande , ten deele neêrgeboogen , loo-
pende ieder in een foort van Kelk o f Puisje
uit. De zelfftandigheid is weeker en broo-
fcher dan Kurk, van binnen met overlangfe
holligheden , en één Cylindrifch Kanaal in 't
midden , dat zig door den Stam en alle de
Tak