V I.
A fdeel.
LX XIV.
Hoofdstuk.
4Trechter
Spons»
volmaakt Trechteragtig, en heeft den Rand
niet ingefneeden. In die van R i c h t e r ,
ook naar een Trechter gelykende, is de Rand
getand o f gekarteld, doch niet in Lappen verdeeld
(*)• Volkomen effen is de Rand in de
Trechter-Spons, welke de Heer G u n n e r u s
van de Noorfche Kust kreeg , doch een weinig
naar binnen omgeboogen , gelyk van het
Exemplaar, dat aan C l ü s i u s getoond werdt,
wordt gemeldt. Hy befchryft dezelve dus.
„ De Kleur is donker bruin, de hoogte vier
„ Duimen; de Opening aan den bovenften
„ Rand meer dan een Vinger in middellyn.
De Vezelen van dit Gewas zyn allen eener-
,, le y , en overal egaal fyn, zo dat het uit- en
„ inwendig van de zelfde gefteldheid is , waar
„ door het zig inzonderheid van het voorige,
,, [zynde onze Eerfte Soort,'} onderfcheidt.
„ Bovendien zyn ook gemeenlyk de Gaatjes
„ fyner, dan in het uitwendig Spongieus be-
„ kleedzel van de voorige , ’t welk het in*
wendige Gewas verborgen houdt. Gemeen»
„ lyk valt deeze Treehter - Spons ook groo-
„ ter” .
De Heer P a l l a s heeft hier wederom zy-
ne naauwkeurigheid getoond, met de eene
Afbeelding van Rumfhius in plaats van de
an-
{*) De aanhaaling van Pa l l As Is hier zo wel fout als
die van L i u n j u s . Hy heeft Tig, F. ouae Ridder Fig,
1 , en het nioct Fig, ï, zyn.
andere aan te haaien. Fig* a , die geheel Pyp- VI.
agtig is , betrekt zyn Ed. tot deeze, en Fig, lxxT v *
ï , welke de Trechter-Spons wil z y n , tot Hoofd-*
zyne Ruige Spons, by R ü m p h i u s Zee-STUK*
Handfchoen genaamd. Hierom is deeze laat- 'Trechter,
fte Afbeelding, door den Heer B o d d a e r t , Sf°n*’
insgelyks opgegeven, als tot de Ruige Spons,
die Pypagtig i s , en onze Vyfde Soort uitmaakt
, behoorende ( * ) . Zyn Fig, i , PI,
1 3 , wil eigentlyk de Trechter - Spons zyn,
naar welke het platte Stuk van Fig. 3. in *c
minfte niet gelykt. Deeze laatfte zou ook,
wel is waar, zyne Blad - Sponge betekenen,
doch die is de Bladerige Spons van P a l l a s ,
welke tot de Trechter - Sponfen behoort.
By den laatstgemelden, evenwel, vindt men Beker*
nog eene Trechter-Spons en eene Blad - Spons , Spoils'
afzonderlyk , befchreeven. De eerstgemelde
Spongia Crdteriformis f f ) , dat eigentlyk Beker*
Spons is , genaamd, wordt van den Heer
B o d d a e r t de Muts getyteld, en dezelve
gelykt inderdaad dikwils , zo de Heer P a l l
a s aanmerkt, naar de Neptunus - Muts , onder
de Madreporen bekend; hoedanig een Sponsgewas
de Heer W . v a n d e r M e u l e n bezit,
dat van eene regelmaatige • gedaante is , byna
een
(*y Lyst der Plantdieren. Aanhangzel.
( t ) Spongia Iufundibuliformis, molliuscula , Membnnaceo.
Cellulofa , extus Villofa grosfior. Zotiph, 233.