VI. jes groeijen: want dit Koraal overtrekt vee*«
LXV1U Lighaaraen in de Zee met zyne Kor**
hoofd- ' ftén en verheft .zig dan o f tot ftompe Tepels
stuk. o f tot roncje Stammetjes; ja dikwils maakt
het Boompjes van een Handbreed hoog, hoe-
danigen uit de Westindiën worden aangebragt,
die niet onaartig zyn. • Een Tak van zulk
een Boompje is , uit myne Verzameling , in
Fig. 6 afgebeeld. Op andere plaatfen, inzonderheid
iaan de Kusten van Engeland en Ierland,
fchynt het gehëel los en v r y , zonder
teken van eenige aanhechting , voor te komen.
De Heer E l l i s fchryft ’er Foren o f
kleine Gaatjes aan toe, die echter door anderen
niet daar in gevonden zyn. Mooglyk
zullen zy door de uitdrooging geflooten raa-
ken, o f dat ’e r , om dezelven te zien, een
zeer fterke Vergrooting noodig zy. Ik heb
Klompen van dit Koraal, zeer naar de Af*
beelding van M a r s i g l ï , Fig. 12, gelyken-
de, op welken een Krytagtige Stoffe zig vertoont,
welke de Heer P a l l a s vermoedt van
eenig Dierlyk bekleedzel afkomftig te zyn. Dit
is ten minfte waarfchynlyker ,dan dat een Lig*
haam, ’t welk zig in zo veel verfebillende Ge-
Halten openbaart, een enkel Plantaartigen oir-
fprong hebben , o f dat het een louter Tufkg-
tig famengroeizel zyn zoude. Ten minfte is dit
Zee-Gewas hier, van onzen Ridder, niet oneigen
op het End geplaatst van ’t Geflagt der
Milleporen.
LX IX . H O O FD *
£S$SS9 m$3 SSS5 $ S 8$ 8 8 SSS£8 9$SSSS VI.
A fdeel.
L X IX . H O O F D S T U K .
STUK.
Befchryving van ’£ Geflagt der Cellepo-
r e n , dat /re£ Puimfteen - Koraal,de» Sponssteen
en meer dergelyke Zel/Jtandigheden, ie*
grypt.
In de Twaalfde Üitgaave van het Samen- Naam»
ftel der Natuur, heeft L i n n ^e ü s den
Rang der Steenagtige Zee - Gewasfen befloo-
ten met een nieuw Geflagt, onder den haam
van Cellepora, waar voor ik wederom den naam
gebruik van Cellepore. Dezelve zal
Zee - Gewasfen betekenen , die Poreus zyn,
en Celletjes in plaats van Gaatjes hebben, .
doch ook zonder Sterren,\verfchillende hier
door van de beide voorgaande Geflagten, van
welken zyn. Ed. deeze thans uitgemoDfterd
heeft.
De Kenmerken beftaan daar in , dat dit Kenmet
Koraal met Kruikagtige Gaatjes bezet is , die ken*‘
eenigermaate Vliezig zyn. Het Dier i s ,
gelyk in de Milleporen, een Polypus.
Zes Soorten zyn tot dit Geflagt betrokken, soorten,
en daar onder komen ’er van zeer verfchillen-
de. Geftalte voor, welke men weleer tot de
Korstgewasfen ( Efchara) o f Milleporen t ’huis
gebragt heeft.
( 54) Cel