3*4
VI.
Afdeel.
LXXIIL
H o o fd s
tu k .
Gevingerde
Seheidkon«
ftig onder-
aoek.
Ë E S C H f t ï t i N G V a k
wyzè Openingen, met geele Lippen o v e r , dié
ftand houdt in dë gedroogde Dierplant. Voorts
merkt hy aan , dat nodh in de Takken’ , noëh
in de Stam, eenig Been të vinden z y ; waar
in deeze verfchilt van dë Zeè - Pennen j daar
hy ze tot een Vierde Soort van gemaakt hadt,
onder den naam vaü Penna èxos, o f Bëendër-
lcoze Zeë Pen i en hier van heeft L i n-
njEus den byn'èam ontleend; h gene ëchtet
niet zeer eigen is , dewyl alle de Soorten' van
die Geflagt Beendèrloos zyn. Sommigen, zegt
hy eindelyk, hebben de Takken hoogrood,
anderen geèlagtig rood, eh men zal dèzelveh
in twee Exemplaaren nóóit volmaakt in getal
o f plaatzing' OvereenkomfUg vinden , ZÖ min
als in de Zee Heefters, Koraalen, Madrépo-
ren en alle dergelyke Dierplanten.
■ Zie hier nog het Scbeidkonftig onderzoek,
dat de Graaf M a r s i g l i m ’t Werk geheld
heeft op het Sap van deezé Alcyonie. , , Het
, , is zeer wit van Kleur, hebbende een fcher-
„ pe , prikkelende Zeé - Smaak. Geest van
„ Salpeter doet het opbruifchen met Rook.
„ Geest van Zout doet ’er , zonder opbrui-
„ fching, een menigte van dikke’ witte Stof-
„ fe in nederzakken. Door Sterk Water
„ wofdt het nog meer gefchift, zo dat', nk
„ het doorzakken van gedagte StolFe , het
, , Vogt als helder Water blyft. Olie van
5, Wynheeri ën Geest van Armoniak Zout
3, doen, zo wel als de gedagte Zuuren, de
dik»
D E A L C Y O N l ë N . 3gy
,, dikke witte deelen famenloopen en op den VI.
,, bodem zakken. Blaauw Papier worde door Lxxm*
, , dit Vogt een weinig rood gemaakt, en het uoofd-
„ afkookzel van Kaasjes- Bladen neemt eenSTUK*
„ bleek groene Kleur aan , wanneer men ’t
,, zelve daar onder mengt” .
(3 ) Alcyonie, die Pen ■ agtig (s, eenVlee• nr.
ziges holle Stam, ziende uit den rosfen.
trum.
De Griekfche naam Ëpipetronx eigentlyk e e n lk y S
Plant betekenende die op Steenen o f K lippen
groeit, is van ouds gegeven aan een Zee-Ge-
was, ’t welk thans by een Honden -Schaft ver-
geleeken wordt. R o n d e l e t i u s heeft het«
zelve, dat zeer vreemd fchynt, Zee-Dol-Ap»
pel getyteld ; waarfchynlyk om dat het hem,
gelyk uit zyne Afbeelding blykt, taamelyk
Eyrondagtig voorgekomen was. De Heer
P A L L a s brengt het, op ’t voorbeeld van E l -
l t s , tot de Zee - Peiïïien t’huis, met den bv-
naam van Cynomorion , welke zynen Grond
daar in heeft, dat het Van eene Vingeragtige
Gehalte en Doornagtig ruuw gevonden wordt.
Om
{3) Alcyonum Stirpe cavata CarnoÜ mfescente, Syst. Nat,
XII. Epipetmm. G e sn. . Paral. 27. Malum infanum man.
num. Rond. Pisc. u , p. 130, Epipetmm. J o nst. Exfang,
T. 20, El LIS PhiL Tranfatl, VOL. LUI. p. 43+. T .
si- f. 3* 5. Pennatula Cynomorium. Pa l l . Zoüph, 221.
Honden - Schaft. Lyst der Plant d. bl. 466,
Bb