Afpkbu
J.xxvnr.
HoOFDSTUK*
XXIX.
Purpurea,
I’urper-
Kpxallyn.
>> Takken zeer vierhoekig werden. Zy ver*
,, fchiic van de Kannewasfer-Korallyn, daar
3, in, dat de Schubben niet onderfcheiden zyn ,
i> Eggende volttrekt over elkander heen , en
,3 dat zy dus op vier (ryën ttaan, zelden op
» vyr o f op twee ryën.
Ca9) Korallyn, met de Tandjes Eirond- en
Euisagtig , viervoudig gefchubd; de Eibernesten
Klokswyze regtopjlaande ; de
Takken gegaffeld en vierhoekig.
j, Deeze is geheel donkerpaarfch, gegaffeld
3, en gekroond. De Takken zyn aan de vier
„ hoeken met Buisagtige Eyronde Schubbetjes
3, b e z e t, doch die zo digt niet leggen, dat
„ zy aan elkander raaken. De Eijernesten
,, (misfchien) zyn wyde Schubben, als Klok-
„ jes, ongefteeld, van boven open, die eene
s> Tolagtige gedaante hebben, met den bin-
3, nentten Rand , naar de Takken toe , laa-
s» ger. Een zeer byzonder Gewas, dat, ge»
lyk en benevens de voorigen , door S t e l l
e r aan Kamfchatka is waargenomen, zegt
L inn^ us.
2. Die
(29) Sertularia DenticuIIs fubovatis Tubuloiïs quadnfariain
fob-imbncatis, Ovariis ereftis Campaculatis , Ramis dj'cho.
tomis quadratis. Syst. Nat. XII. PA L L . Z o t p b . «7.
der Plant i , bl. 140.
2. Die de Eijernesten niet blykbaar , maarAFp ^ M
binnen de Leedjes verholen hebben »Lxxvm>
genaamd C e l -K o r a l l y n e n. Hoofdstuk.
De Cel - Korallynen maaken de andere onder -
deeling van dit Geflagt, by L i n n a ü s , uit.
De Heer P a l l a s hadc dezelven, als gezegd
is , in ’t byzonder , onder den naam van Cellu-
laria befchreeven, en dus laaten volgen op de
Korstgewasfen en Milleporen ( Efcharos) : daar
zy doch met de Korallynen , ten mintte met
de Koraalmosfen , in Geftalte zeer overeen-
komftig zyn. ’t Gewas is doorgaans Plantag-
tig o f Heetteragtig : de zelfftan iigheid in de
meeften Kalkagtig en broofch, doch in fomrai-
gen ook zagt. De Takjes bettaan uit Leedjes,
waar binnen een Polypus huLvest, die door
een Gaatje, dat in *t bovenfte van ieder Leed-
je is, zyne Armen uit breidt, hebbende voorts
gemeenfehap met de anderen en met het lee-
vend, Dierlyk, Merg van het Stammetje, dat
met Buisjes geworteld zit op verfcheiderley
Zee-Planten en Zee-Gewasfen , even als de
Korallynen , op welken zy ook dikwils voorkomen.
Altemaal maaken zy een opbruifching
met Zuure Vogten. Haar verfchil onder elkander
zal uit de befchryving der Soorten bly-
ken.
O o s (30) Ko»
I. PE&I.I XVII. STUK»
II