vioedig, aan de Zuidwest - Kust van Engeland,
voorgekomen. l x x v iu .
Deeze Heer , in gezelfchap met wylen den hoofö-
Heer Doktor S c h l o s ser , in eene Soort, STÜS*
die hy de Groote-Tand Korallyn noemt, de ^xxvm.
waare gefteldheid der Blaasjes en dat het wee- '?*&. u :
zentlyk Eijernesten zyn , ontdekt hebbende ,
werden zy daar van nader verzekerd, in hunne
Waarneemingen op de Zee* Draad Korallyn,
waar van zyn Hd de Afbeelding g e e ft,
die door my in Fig. i » Plaat CXXXVIII-,
is overgenomen. Hier ziet men , op eene
verbaazende manier , de Huishouding opge-
helderd van deeze Dierplanten , in de Afbeelding
door ’t Mikroskoop getekend, waar nevens
de zelfde in de Natuurlyke grootte,
met een Sterretje, aangeweezen wordt. Dus
fpreekt ’er die groote Waarneemer van.
„ Z y hadt verfcheide Blaasjes , waar van
„ fommigen Eijeren bevatteden, aan een Na-
„ velftreng gehecht. De doorfchynendheid
„ van dit Bolletje gaf ons gelegenheid om
„ duidelyk waar te neemen, hoe dit Strengetje
zyn oirfprong nam van het Vleezige
33
33
gedeelte van den Hoofdltam der Korallyn,
„ en hoe het daar zyne inplanting had. W y
„ ontdekten, in andere Blaasjes , dat deeze
„ Eytjes begonnen bezield te worden : z y
„ kwamen ons duidelyk voor , als jonge lee-
, vende Polypen, die in eene cirkelronde or*
, , de de Klaauwen uitfpreidden s welke uit
N n 4 »» haa-
I.DEEL. XVII. STUK.
UM'
PÉ8
p i .
a f t tl
m
m
S S
mm.