VI.
A fdeel.
LXX.
H oofdstuk*
enger paaien fehynt te befluiten dan onze Ridder,
heeft de Heer P a l l a s , in tegendeel *
deezen Rang veel verder uitgebreid, doordieri
zelfs de Steenagtige Zee - Gewasfen, welken
L i n n je u s Lithophyta tytelt, daar in begree’ -
pen worden (*). Zyn Ed. heeft dezelven ook
op een geheel andere manier gefchikt, werpende
de gedagte Plantdieren door de Dierplanten
heen, op de volgende manier.
i . Geflagt Hydra, dat is, Polypus.
2. Efchara. Korstgewas*
3* Cellularia. Cel-Korallyd.
4* Tubularid. Pyp - Korallyn.
5- BrachionuSi Bastaard-Polypusf.
6. Sertularia* Blaas-Korallyn.
7- Gorgonid. Zee - Heeftef.
8. Antipathes. Zee-Boom*
p. IJis. Edel Koraal.
30. Millcpora. Kalk-Koraal.
i i . Madrepora. Sterre - Koraal.
12. Tubipora. Orgel - Koraal.
*3- Alcyonïum. Alcyonie.
H- Pennatutdi Zee-Pen.
15* Spongia. Spons.
Twyfelagtige Geflagten*
Té Tcenia. Lintworm;
2. Volvox. Kiootdiertje.
Ofsf9 Corallina* Koraalraos.
Dé
(*} È/tncius Zv'iphytorm! Hag* ï
DlËRELANfEN EN PLANÏDIëREN* 245
De Vergelyking, welke de Heer P a l l a s
van deeze Schepzelen met de Dieren en Planten
maakt, kan eenigermaate ftrekken om een
algemeene Schets te geeven van derzelver
Eigenfchappen. Zie hier, hoe hy dienaangaande
fpreekt. „ Eerst komen de Pyp-Korally-
s, nen (Tubularice) voor , die grootelyks ver*
j, maagfchapt zyn met de Wormhuisjes QSer-
» pul<z) , zynde buiten twyfel tot de Dieren
53 te betrekken, welke een minder eenvoudig
maakzel en onderfcheiden Ingewanden, in
33 fommige Soorten evenwel een Plantaartige
3, Geftakeen aangroeijing vertoonen, en Eyt*
53 jes, als een Soort van Vrugten, uitwendig
5, voortbrengen. Dan geeven wy agt op de
„ Polypen, die geheel uit een éénflagtig, zeer
3j levendig en vlug, DierlykMerg beftaan, en
„ waar van ieder Stukje, daar menze in veri,
deelt, weder aangroeit tot een volmaakt
,, Dier, dat le e ft, lóópt en eet, en niettemin,
„ op de manier der Planten, Botten ukfchïet
j, van Jongen , die ryp geworden afvallen;
3, ftervende eindelyk, wanneer zy een Eyt je ,
5, naar een Vrugt gelykende, hebben voortge-
53 bragt. Hier aan volgen de meefte Basterd-
„ Polypen en Knopdraagende Korallynen, die
,, door haare Takkige Geftalte meer gelyken
,, naar Planten, en van welken 'fommige Soor-
3, ten, op eene Plantaartige manier, haar eigen
35 Vrugtmaaking hebben, brengende Eijerleg*
*> gende Polypen voort, die van onvrugtbaare
P „ Voed-
Afdeelt LXX.
HOOFDSTUK.
Vergelyking
met
de Dieren
en Flauter!*
I. Deel. x vii, stuk,