VI. noeljes, hoewel z y van onderen niet ruitw
LX V il' zy n* ^eE fchynt my ook , dat z y veeleer
Hoofd- daar toe behooren , dan dat z y het beginzel
stuk. zouden zyn van de Herfenfteenen, gelyk de
Heer P a l l a s wil. Daar is geen overeenkomst,
noch reden om te denken , dat 'er zo1
groot een verandering in zoude voortkomen,
door den groey. Die Dieren, welke deeze
Madrepore gebragt hebben tot de grootte
van een Vuis t , zullen immers hunne manier
Van bouwing niet dermaate veranderen , als
tot de vorming van een ronden Herfenfteen
o f Doolhoffteen vereifcht wordt. Voeg hier
b y , dat de Paden o f Vooren, tusfchen de Bed-
detjes , gelyk in dit Exemplaar blykt, veel
wyder zyn , ze lfs, dan in zeer groote Herfenfteenen
, van] welke] men ook zeer klein©
aantreft.
ét mar on. Gedagte bedenking, echter , heeft meer
steen- waarfchynlykheid •, wanneer men agc geeft op
Atnaranth. de Steen - Amaranth / van R um p m u s , welke
riaat o0k hier t’huis gebragt wordt, en waar van
CXXVII ° Tig. i. de Oppervlakte veel naar die van een Her-
feniteen o f Doolhoffteen gelykt. Deeze groeit
fomtyds vry g ro o t, en, om dat zy eeniger-
maate gefteeld is, geeft men daar, met meer
reden , wel den naam van Zee - Bloemkool
aan. Op Plaat CVHI, van S e b a , in Fig. 3 en
5 , is deeze Zee - Amaranth zeer wel afge.
beeld. De beroemde Hoogleeraar J. B ur-
RtaNNus bezit daar van een fraay wie
13»
Exemplaartje, dat op een blaauw Keyfteent- VL
je gegroeid is. Van het myne, dat geelagtig
i s , geef ik. hier in Fig.. 1. Plaat C X X V I I . Hoofd-
de Afbeelding. stuk#
Van deeze Zee-Amaranth getuigt R um-
p h i u s , dat het een witte Koraalfteen i s ,
fomtyds rond als een Roos , fomtyds langwerpig,
omtrent een dwarfe Hand breefd,
met veele fcherpe en geftreepte Plooi jen o f
Krullen door malkander loopende , gelyk de
Bloem Amaranthus o f het Hart van de Bloemkool.
Dit laatfte kan men eigentlyk ver*
Haan , doch het eerfte betekent niet de
Amaranthus -der Kruidkundigen , zynde een
Plant met Fluweelagtige Bloemen, naar welken
dit Zee-Gewas in ’ t allerminfte niet ge-
l y k t ; maar de Bloem van het Èlichryfon o f
Mottekruid, welke ook Amaranth genoemd
wordt, om dat z y niet verflenst; in ’t Ne-
derduitfeh de Zeven Jaars Bloem. Naar deeze
zweemt de Steen-Amaranth niet kwaalyk,
zynde fomtyds wit , fomtyds geelagtig van
Kleur, doorgaans met Slym bezet, gelyk de
Zee - Kampernoeljes in ’t algemeen en niet
minder gevaarlyk voor de Visfchers, om de
bloote Voeten aan te kwetzen , terwyl zy
onder Water groeit.
Ik heb gezegd, dat de groote Stukken van FUrida.
dit Koraal den naam van Zee - Bloemkool voe- Bloemkool
ren. Zy gelyken ’er inderdaad vry wel naar ,
en ongelyk beter dan de Herfenfteenen. Het
ff?