54° B e s c h r y v i n g v a n
A fdeel. * E iJernestgn fl* r k gerimpeld, de Takken
L x x v i i i , hier en daar verfpreid,
H oofdstuk.
Om dat de Eijernesten van deeze Korallya
by die van de Veldklaver, welke men, wegens
de figuur van baare Zaadhuisjes, Slak-
kenkruid noemt, vergeleeken worden, zo noem
ik deeze Soorc Slakhoorn - Korallyn. Zo *t my
voorkomt, evenwel , zyn z y in deezen meer
met die foort van deeze Veldklaver overeen-
komfhg, welke Medica Doliata , dan met die ,
welke Cochleata heet , en dit zal de reden
zyn, eat onze Ridder ’er veeleer den bynaam
\ an rugofa , * dat is Rimpelige , aan gegeven
heeft; waar in hem P a l l a s is nagevolgd.
j~.e Pandjes, naamelyk , . van deeze Korallyn,
zyn van die der voorgemelden aanmerke-
lyk verfchillende, en gelyken veel naar de
Blaasjes der andere Korallynen ; ja de Heer
E l l i s zag ze eerst voor Blaasjes aan: totdat
hy naderhand, ook aan deeze Soort, Blaasjes
o f Eijeinesten waarnam, die.grooter waren en
drie Tandjes hadden in de Opening aan den
Top. Voor ’t overige waren z y , zo wel als
ds Tandjes, op de manier der Zaadhuisjes
van gedagte &ïa verplant , zeer fraay in *t
ronfimis,
Ratnis vagis. Syst. Nat. XIL Corsllina exigua repens,
Denticulis alternis , Ftu&us Mediene Cochleata: remulis. H l L
-Corail, p. aö. N. 2$. T. 15. f. a , Sertularia rugoft. P a l i ,
Zo'éph, 75. Klaver-Slak Korallyn, Lyn dtr PUntd. fcl. i/7.
E K o r a l l y n e n . 541
ronde uitgegroefd. Hy vondtze met Pypag- A^ s u
tige Wortelcjes gehecht aan het Smalbladerig LXXVIJI#
Korstgewas , dat men Byl- of Beitelvormig Hoofd-
noemt *. Volgens den Heer P a l l a s zoustuk-
deeze Korallyn zelfs op het Breedbladerige, blJ z^*77t
dat de Enden rond heeft, in Fig. i , op onze
Plaat CXXXVI. afgebeeld, aan^>nze Kusten
gemeen zyn , komende op geene andere
Gewasfen voor (*).
(8) Korallyn met flaanwe Tandjes over hoeks, vm;
de Kelken tweeledig, de Eijernesten ovaal, Haring*i
graat Ko*
de Steelen famen vereenigd, rallyn.
Om dat de Steeltjes, met haare zytakjes,
veel naar eene Haringgraat gelyken, voert deeze
Soort den naam van Haringgraat - Korallyn
by E l l i s , waar L i n n je u s Halecina van
gemaakt heeft. Deeze is, by P a l l a s , deeerftc
■
(*) E L L I S I O quoque in eadem Efchara Jefe tantum ch-
tulit, voegt Pa l l a s ’er by, ’t welk B o d d a e r t vertaalt:
El l i s heeft het eek alleen in dit foert van Hoorn -
■ wier gezien. De Efchara Securifrons, daar ELLIS het op
gevonden heeft, is een andere Soort van Hoornwier, dan de
Efchara Foliacea, waar op her , zo P A L L A S zelf zegt,
dik wils voorkomt aan onze Kusten.
(8) Sertularia Denticulis alternis obfbletis, Calycibus bi.
articulatis , Ovariis ovalibus , Caulibus coadunatis. Faun,
Suec. 2242. Corailina erefla tubulola Pennata, Halecïs Spina:
facie. E l l , Co rail. 17. N. 15. T. 10. Corailina fcrupoik
Pennata, Caulibus crasfiusculis rigidis. K A ] , Angl, IH. p.
36. N' is . E d W. T. 286, P A L L» Zoeph, 64,
i i§
m \