VI.
A fdeel.
LXVII»
H oofd-
STUK.
Wafelfteen,
paste benaaming aan dit Zeegewas, t welk
taamelyk zweemt naar een Honigraat. Volgens
de befcbryving, die ’er door den Heer
F o u g h t van gegeven wordt, beftaat deeze
Madrepore uit evenwydige Buisjes , die dik*
wils zeshoekig zyn, aan alle zyden famenge-
groeid, zo dat zy gemeene Wanden hebben.
D e Sterren beftaan uit icherpe Plaatjes, naar
het Middelpunt ,• dat hol is , famenloopende,
en de randen óok verdeelende* Als men een
Stuk dwars doorzaagt, dan vertoont zig de
Sneede zo als het Papier der Speelkaarten van
agteren is getekend, De grootte hebben z y
fomtyds van een Vuis t , inzonderheid die uit
Indie komen , welke men dikwils, gelyk het
myne, dat in Fig. 3 afgebeeld i s , op de verhevene
zyde van een Paarl Oester - Schulp
aangegroeid vindt. Het is witagtig van
Kleur.
Hier toe behoort, waarfchynlyk, dat Zee-
Gewas, ’t welk R um ph iu s Wafelfteen
noemt, in ’t Latyn Favus Saxeus. Het zi t ,
zegt hy , als ronde Bollen op de uitfteeken-
de en ronde hoeken van andere Kraalfteenen
vastgegroeid, en is overal verdeeld in vierkante
Celletjes o f Ruitjes, gelyk de Honigraa-
ten o f Wafels: doch ieder Ruit is van binnen
fyn geplooid, en gefternd, redelik Steen-
agtig van zelfftandigheid. Onder Water zyn
deeze Stukken met een dik Slym bezet, waar
in alsdan eenig Leven fchynt te z yn, dat
men
men buiten ’t Water niet bekennen kan', VI.
hoewel het dus eenige Jeuking op de Huid l x v i i *
veroirzaakt, Zo wel als de Steen-Amaranth. Hoofd-"
Verfch kan men ze niet ligt wit krygen; stuk.
doch op ?t Strand lang leggende worden zy
graauwagdg wi t , en zyn dan vol groote
rondagtige Gaten , daar men de voornoemde
Sterretjes in waarneemt, *
die famerigefteld (15) Madrepore , ... H M H PH fifs ,, met xv*
hoekige verhevenronde Sterren, in ’t Ananas,
midden uitgehold. Ananas.
Hier toe wordt een Zee-Gewas betrokken,
dat zo wel in de Westindiën voorkomt als
aan de Oevers van Gothland. Evenwel
fchynt ’er eenig verfchil in plaats te hebben.
Het Westindifche beftaat uit rondagtige ruu-
we Knobbels, welke men zeer dikwils aangegroeid
vindt aan den Voet o f Takken van
andere Zee-Gewasfen o f Kraalfteenen, zynde
ruuw, en bezet met verhevenronde Sterretjes,
Het Gothlandfche, dat L innasus be-
fchryft , heeft meer uitpuilende Sterren, en
v e r bis)
Madreptra compofita'', Stellis angulofis convexis ,
Disco concavis. Sysi. Nat, XII. <Amcen. Acad. I p. 92. T,
4. f, IX. VIII. N. 2. U o c c . Mus. T. 9. f. 7» Corallium
album fuperne figuris Asterifbrmibus propemodum obliteratis.
He lw . Lith. 53. T . s• f- ai. SHB. Kat. III. T. 109. f.
11. duat inbafi. PA L L, IZóoph, 189» Lyst der Plantd,
bl, 397. I 3
' i\
Uil
Ti