VI.
Afdeel.
LX XV.
Hoofdstuk.
Loofdraagend.
V.
Tluftra
Membra-
nacea*
"Vliezig.
de plaatfen daar meu Koraal vifcht opge*
haald werdt, fielt hetzelve verkeerdelyk als
de Porus Cervinus van I m p e r a t u s voor,
zo de Heer P a l u s aanmérkt. Deszelfs ge-
llalte zweemt naar die van het Genavelde
Aard-Korstmos. Het groeit horizontaal, met
Vliezige Bladertjes, die geelagtig zyn , en
aan de ééne zyde flegts met Poren, hebbende
de andere zyde vry en ruuw.
De'Heer P a l l a s oordeelt, dat dit Korstgewas
in geflalte veel gelykt naar eene Soort,
welke hy Loofdraagende noemt ( * ) , en waar
van een Trosje , als een halve Vuist groot,
uit Indie afkomflig, zig bevondt in ’t Kabinet
van den Heer W i l l e m v a n d e r
M e ü l e n . ,De Figuur van S e g a , welke hy
aanhaalt, heeft niets Trosagtigs o f dat naar
een Kluwen gelykt , en beeldt, zo wel als
die van E l l i s , ook door hem bygebragc,
één der twee eerfte Soorten a f , van onze en
de Engelfche Kusten. Deeze Indifche, in te-
g*endeel , • heeft de Celletjes maar aan ééne
zyde van de Blaadjes: zo dat die aanhaaling
weinig ftrookt.
(5 ) Korstgewas, dat plat gebladerd, onverdeeld
(*) Efchara Frondiculola. ZoHph, 17. Sf-b. III. T. 96, f» 6,
El l i s Ctratf. Tab. XXXVIII. fig. 8. O , P.
(5) Fluftra plano - Fohacca indivifa adnata, hinc Ccllulis
quadrangulis oblongis. Syst, Nat, XII.
deeld is en aangegroeid , hebbende op' de A).tVe e l,
ééne zyde langwerpig vierkante Celletjes. l x x V.*
Hoofd-
In de Oostzee vindt men dit Korstgewas, stuk.
omkleedende Zee-Planten, Steenen en Kalk-
agtige Klompen. Het is een uitermaate dun,
onverdeeld , digt aangegroeid , Vlies , het
welk van buiten alleen langwerpig vierkante
Celletjes heeft , aan de hoeken wederzyds
met een uitfleekende Punt voorzien. Zy ge-
lyken , zegt L innjeus naar die van E l l
i s , Tab. XXVII. fig. A , doch het zal Tab.
X X V I I1. moeten zyn.
(6) Korstgewas, dat plat gebladerd, onver- FluJ lr‘a
deeld is en aangegroeid , hebbende op de Lineata«
ééne zyde ovaale Celletjes. x sueepig.
Op de Zee Planten, in de Oceaan, komt
deeze Soort vo o r , die een Vlies maakt, ge-
lyk de naast voorgaande , maar de Celletjes
o v a a l, digt aan elkander en op dwarfe ryën
geplaatst heeft, met een ruimte tusfchen ieder
r y , ter breedte van de Celletjes, die
aan den Rand met agt Tanden o f daaromtrent
gehaaird zyn.
LX X V I . HOOFD-
(«) Fluftra plano - Foliacea indivifa adaata , hinc Cellnli?
ovalibas. Syst. Nat. Xll.
H h *