VI.
'Af o BEL
LXXV.
H oofdstu
k ,
, nr.
jtZJchai'et
Pïlofa.
Haaing
Korstge.
tvas.
vindt ze , zégt h y , op ’t meefte v y f Duimëh
hoog, bleek graauw, dun en broofch, gliri-
fterende als o f zy met Vernis overtoogen
ware.
(3) Korstgewas , dat Bladerig is en op ver-*
fcheide manieren getakt, hébbende onder
aan de Foren eenen Borfieligen Tand.
De Heer L i nnjE üs Relt deeze Soort alè
ëen Mosagtig Takkig Zee - Gewasje voor ,
dat veel gevonden wordt in de Zëe aan de Kust
van Noorwegen, de Takjes dubbeld gevind,
aan ’ t End Knodsagtig, famëngedrukt , overal
met Gaatjes doorboord en week hebbende^
met een zagt BorMtje onder ieder Gaatje;
Weshalve zyn Ed. ’er den naam van Hdairig
aan geeft. Dit komt wat vreemd voor, wanneer
men in aanmerking neemt, hoe dat hier
de Korstagtige aangroeizels worden bygebragt^
welken door de Heeren L o e f l i n g en R e-
a umu r Waargenomen zyn; Van de Waar-
heemingen , die de eerstgemelde op hetzelve
deedfc 3
(3) Fluftra Foliacea varie Ramofa , Joris infiino Dente
Setaceo. Fiuftra Pilofa. Faun. Süec. 2233. Corallina, Mem.
ie L'Acai. de Paris. 1712. p. 42. T. 5■ f. 10. Millépora Crus-
tacea plana adnata, Fun&is quincuncialibus, L o e i l , A&,
Siockb. 17ja p. 118. T. 3. f. x -4, SÉ B, Kab. III. D. Ti
ioo, f. 10. Efchara millépora. E l l i s Corall. 73. T. 31
f. A. Efchara Filofa, PALL. Zoofb, 15, Lyst der Plantd, bf. i.
deedt, heb ik reeds uitvoerig gefproken * . VI*
De Heer R e a u m u r een rood Haairig Zee *LxxvL
plantje befchryvende, dat zeer Takkig is (*),HaoFar
fpreekt tevens van dit aangroeizel, als volgt. st^k.
„ Op deeze Plant groeit, taamelyk gemeen i blat ? ie
een zeer fraay Koraalmos, dat van een ver- en*. ’ 73
4, wonderlyk maakzel is. Het heeft eene vuil
j, witte Kleur. De Takken zyn plat , ter
i, breedte van ongevaar een halve Lyn en veel
4, minder dikte. Op het bloote Gezigt fchy-
3, nen dezelven famengefleld te zyn uit ontel-
,, baare verfchillende deelen , die ia elkander
44 gewricht zyn , naar ongelykzydige Vierhoé-
„ ken gelykende , en Haairtjes uitgeevende
4, aan ieder Gewricht, die naar de Enden van
4, het Takje geftrekt zyn. Daar is een rond
4, Takje, ’t welk tot een Steel dient voor al*
,4 le deeze platte Takjes ; maar hetzelve is
4, niet rond, dan om dat het o f den Stam of
j , de Takken omkleedt van dat Zee-Plantje
,4 (Fucus) , daar wy van gefproken hebben.
„ Dit Steeltje is , derhalve, een Scheede, die
4, dunner wordt naar maate de Takjes van
5, het Zee - Plantje verdunnen, welken hetzel-
„ ve dikwils ten Ende toe omkleedt, gee-
4, vende hier en daar dé gezegde platte Tak-
4, jes uiti zo dat het een met het andere een
5, zeer
(*) Fucus teres rubens Ramofislimus R a jf, Syn. Apflg
329. Corallina rubens valde Ramofa , CapüJacea, T O U R H I f t'
Inst, Rei Hérb, p, S?I,
i . Deal. x vii. stuk»