VI.
A fdeel.
LXV.
H oofdstuk.
Wormagtige Dieren , die in dezelven huisvesten
, gefabriceerd worden, heeft Doktor
P e y s s o n e l naderhand gemeld , en het is
door den fchranderën Heer E l l i s beoordeeld,
die aanmerkt, dat deeze Dieren veeleer
daar in haare verfchuiling zoeken en een foort
van Zee - Duizendbeenen zyn ( * ) : even als
D o n A T I met veel redén zegt, dat de gedag-
te Dieren niet de bouwers maar de bewooners
zyn van die Zee - Gewasfen, wier geheele
zelfdandigheid een Dierlyk Leven heeft, met
het Plantaartige vermengd, gelyk de Sponfen
en Alcyoniën.
Doktor P e y s s o n e l j waar van ik voorheen
gefproken heb, ha zyne Waarheemingen
op de Kust van Barbafie, wérwaards hy door
den Koning van Vrankryk, tot nieuwe Ontdekkingen
in de Natuurlyke Historie, afgezonden,
was, vervolgens tot ’s Konings Kruidkundig
Arts op 5t Eiland Guadaloupe, in de West-
indiën, aangedeld zynde , hadt, in zyn ver-
blyf aldaar, zig toegelegd, om zyne Waarnee-
mingen omtrent de Steenagtige Zee-Gewasfen
te voltooijen en in orde te brengen. Dit ge-
fchied zynde, ontving de Koninglyke Sociëteit
van Londen, in ’t jaar 1752, van hem een
gefchreeven Werk van meer dan vierhonderd
Blad-
(*) Zie Uitgezogte Verhandel. IV. DEEL. liladz* 6i.j
en Phil, TranfaH, VOL, LV. p. *8o.
Bladzyden , onder den Tytel van Verbande- VI.
ling over het Koraal. bevattende de nieuwe önt-
dekkingen f die 'er gemaakt zyn omtrent het Ka- Hoofiï-
raal, de Voren , Madreporen , Efchara's, L i - stuk.
thophyions , Sponfen en andere Voortbrengzelen
der Zee , om tot de Natuurlyke Historie der
Zee 'te dienen (*). Dat hy dit Werk niet aan
de Akademie der Weetenfchappen van Pa-
rys , waar van hy Korrespondent was,' zondt^
zal waarfchynlyk ontdaan zyn uit het min gunstig
oordeel, in Vrankryk geveld over zyne
Stellingen, en tevens daar uit , dat anderen
hun voordeel gedaan hadden met zyne Ontdekkingen.
Dit laat de geeft hy ze lf voor reden
; het andere kon hy ook in Engeland nieé
ontgaan: want naauvvlyks was een Uittrekzel
van dat Werk aan de Koninglyke Sociëteit
voorgelezen, of Doktor P a r s o n s kwam daar
tegenop, meteen Brief aan den Heer B ir c h *
Sekretaris van dat Genootfchap ( f ) .
Deeze Doktor bedrydt wel het Gevoelen Aanmtf.
n ie t, dat ’er Polypen op de Zee-Gewasfen'k,ngenvari
gevonden worden ; noch ook niet, dat vee-sons.
len derzelven Nesten zyn van zodanigen Diertjes;
maar hem daat het Denkbeeld tegen, dat
die Lighaamen , waar ménze op vindt, gefabriceerd
zouden zyn door deeze Diertjes, zo’
wei
(*) Zie Philof Tranfalf. Vol , XL VIL p, 445-, en ver-
taaM, Uitgeleeze Fhilofiyphifche Verhandelingen, Ui, D. N. 7»
( t ) Philof. Tranfatl. Vol . XLVII, p, 504, Set#
, G
I. Deel. XVII. Stur.