VI.
A fd e e l .
Ï.XXII.
H oofdstuk.
•
VI.
CSorgsnia
C e r a t o p h y .
fa.
Hoorn«
gewas*
tende Verzameling van Natuurlyke Zaaken ,
van zyne Doorlugtigftö Hoogheid, den Prins
Erfftadhouder der Vereenigde Nederlanden ,
zege de Heer Pa l l a s , door wien deeze
Witte nogthans met de zwarte Paknbiezen o f
het Zee • Touw verward wordt,
(6) Zee - Heefter , die byw gegaffeld is ,
met wyde mikken, de Takken als Roeden
met twee Sleuven, en een roede Bast, die
twee ryën heeft van Paren.
Zodanig worden de Kenmerken opgegeven
van een Zee - Heefter, welke den bynaam van
Ceratophyta , dat is Hoorngewas, draagt, om
dat de Takken, van Schors ontbloot, altemaal
als Hoorn doorfchynende zyn. Zulks heeft
dit Zee «Gewas byzonder; want de Bloedroods
Schors treft men ook in eenige anderen aan.
Het ftaat by de Kruidkundigen bekend, onder
den naam van Heefterachtig, paarfch, Koraalg
«-
(6) Qorgonia fixbdichotoma , Axillis divaricatis , Ramis
yirgatis bifulcaris, Cortice rubro Poris bifariis. Syst. Nat.
XII. Lithophyta Ramis virgntis atris, Cortice albido poroib.
Mus. TttJ. i i 3. .Coralloides fruticofa Planta manna crefticr,
B auh, Hist. III. p. to6. Corallina fruticofa purpurea. C.
E A u h , Pin. 366, P jl.u k , Phyt. T. 454. f, 13. Coralloides
epijpongioia, Virgulis dilate purpureis. Pe t . <7*z. T. 31, f,
8* Litbaphytum Quarmm. M a k s . Mar. T, 19. f. 83. Corallina
fruticofa ere6üor. C a t i s b . Car, II, T. 13, Se jt.
Kuk. III, T, 107, f, 3, P ALL, Zoöpb, l i j , Lyst Air Platei,
W. SjlA
gewas. P e t i v e r noemt het Coralloides, die^ VI.
fpongieus bekleed i s , met de Roedjes bleek l x x i I',
purperkleurig. De benaaming van Zee Ma- Hoofd-
hony-Boom o f Zee - Sandelboom , welke ’er :'TUK*
door den Heer B o d d a e r t aan gegeven
wordt, is niet zeer eigen. Het valt in de
Westindiën, als ook in de Atlantifche Zee.
Zo de aangehaalde der Autheuren altemaal
tot deeze Soort betrekkelyk zyn , dan moet
dezelve van verfchillende gedaante voorkomen.
Ook tekent het de Heer P a l l a s , die ’er
nog verfcheidene by vo e g t, driederley aan.
Het eene, uit de Baay van Kadix aangebragt
wordende , zegt h y , is een Heeftere je van
een Voet o f daar boven , platagtig met opgaande
Takken , zittende met een breeden
Wortel aan de Klippen vast. Deszelfs Stammetje
verdeelt zig aanftonds in Takjes, die
ongelyk gegaffeld zyn , byna regt en taamelyk
iang. Het Hout is rond, daar het nie^dbor-
fchynende is bruin , doch in de uiterfte T ak jes
geelagtig, en gelykt naar Hoorn. De
Schors heeft eene donkere Roomkleur o f dc
kleur van Florentynfe Lak. Z y maakt de
Takken platagtig , dewyl de Celletjes op
twee ryën overlang? gefchikt zyn. Dezelve
is van buiten effen, aan de zyden plat, die
ten minfte met eene flaauwe Streep uitgegroefd
zyn: hebbende de Randèn ongeregeld
befprengd met fyne, eenigermaate gefternde,
niet uitpuilende Gaatjes,
X 4 Het
I. »BEL. XVIL STUK.