vi. van de Oostzee opgeworpen. Het beftadt
LXVII u*c Steeltjes van dikte als Roggeftroo, even-
hoofd- wydig en glad zynde. De Middelfchotten
stuk. Zyn even ver van elkander, en de Steden
gaan ’er , als *t ware, door heen; maar zy
zyn aan de Steden nederwaards geboogen,
en met Sterswyze Streepen gedraald. De
Toppen der Pypjes zyn niet gefternd, maar
in de Omtrek gekarteld.
xxvii, (273 Madrepore , die gehandeld is , met Cy*
lindrifche gejlreepte van elkander afjtaan j
Orgcifleejj, de Kor aaien , welke famengevoegd zyn
met zeer digt geplaatjie dwarfe Vliezen.
D i t , bet welke aan de Oevers van Ierland
voorkomt, verfchilt van het voorgaande door
geftreepte niet gladde Steden, de Middelschotten
doorgaans zeer digt aan elkander en
niet neergeboogen; de Steden byna Pypagtig
en Melkwit, enz.
De Heer P a l l as merkt aan, dat van dee-
zen Orgeljieen zeer groote Klompen moeten
z y n , dewyl hy ’er groote brokken van gezien
hadt, met de gefternde Oppervlakte plat. Hy
ƒ ze lf
(17) Madrepora fasciculata , Corallis Cylindricis ftriatis
distnntihus, combinatis Membranis confertisfimis transverfis,
Syft. Nat, XII, El L is PM, Trans, Vol, LUI. p. 43».
T. 20. f. 14. Coiallium tubulatum fasciculatum* Iiouu
Cornub. 241. T. .27. f, *7, Madrepora Orgamim. PALL»
‘Zo'ópb, 185« Lyst der Plantdieren» bl, 39**
, d e M a d r e i » o r e n 1. 14.5
ze lf bezat een Peeragtige Klomp, uit Cylin- VI.'
ders van verfehillende langte famengegroeid
die overal, uitgenomen aan den fmallenHoofd-"
Grondfteun , gdternd was, zynde een VuistsTux. ,
groot.
De Heer W . v a n d e r M e ü l e n bezit H«xt
cxxvir1
een aanzienlyk Stuk van deezen Orgel Heen, 5,*
’ t welk zyn Ed. de goedheid heeft gehad my
tot de Afbeelding te verftrekken, voegende
daar b y , 'dat het uit de Spaanfche Westin-
diën afkomftig was. ’ t Is famengefteld uit
Pypjes van ëgaale dikte , die in de langte
gegroefd zyn, byna regt, doch fchuins ftaan-
de op de Grondvlakte van dit Stuk, waar
mede zy omtrent een hal ven regten hoek
maaken. Z y zyn door Midclelfchotjes famengevoegd
, die overdwars op dergèlyke manier
loopen , veelen, op eenigen afftand, digt tegen
elkander aan. De Pypjes zyn, zo wel
onder als boven, geüooten met Sterretjes van
zés Straalen. Z y worden korter naar den
Rand van het Stuk , dat geheel zynde de
gedaante van een ronde Koek fchynt gehad
te hebben, en eenigermaate geelagtig is van
Kleur. Een gedeelte van hetzelve wordt hier
in de Natuurlyke grootte vertoond.
(28) Madrepore, diegehondeld'is, met Spil- xxviir.
Ton- Madrepora
Ctspttofa*
(lO Madrepora fasclculatis, Corallis teretibus lubramofis
I. Dist» XVII, STOK.