Vh
AfbEEL.
LXXI.
Hoofd-
-STÜK.
B io e d -
Kersal,
Tinctuur
van
Koraal.
fchryfc aan bet Bloedkoraal, in ’ t byzonder,
ook een Hart- en Hoofd verllerkende Kragt
toe i ja tot ftemping van Bloedloop en andere
Vloeijingen wordt het meest ingegeven: doch
op zig zelve alleen zal het weinig daar in
doen; veel minder, wanneer het uit een foort
van bygeloof, daar tegen , alleenlyk om den
Hals gedragen wordt. De Syroop van Koraa»
ïen i§ zelfs in de Roode Loop, en tot voor-
behoeding van een Miskraam , aangepreezen
geweest.
Dewyl men ondervonden heeft, dat het
Roodè eu Witte Koraal,' in kragten, weinig
o f niet verfchillen , zö is het te verwonde*
ren, hoe de Ouden zo veel werks hebben kunnen
maaken van de zogenaamde Tinctuur van
Koraakn, wier kragten eeniglyk op de Kleur
gegrond waren. Deeze wierdt van hun voor
een wonderbaarlyk Hartfterkend Middel, inzonderheid
tegen Venyn en kwaadaartige betoveringen
, gehouden. Een menigte van Manieren
, door hun voorgefteld, om de ’ roode
Kleur te trekken uit het Bloedkoraal, zyndoor
dien grooten Scheidkonftenaar, L e m e r .y ,
vrugteloos in ’t werk gefield. Gefmolten wit
Wafch drinkt de Kleur van hetzelve in , en
men kan die Kleur, met Wyngeest, wederom
uit het Wafch haaien. Ook trekt de gerectificeerde
Geest van Wafch een donker roode
Kleur uit het Bloedkoraal, en dit zelfs zonder
de inwendige zelfltandigheid aan te tasten.
k - Met
Met verfcheide andere Vogten heeft L v m e - ^ VI»
r y ook geflaagd , doch het is geweest op l x x iT
Koraal, dat men zeer fyn geftooten en ge* Hoofd-
wreeven hadt. Citroenfap bevondt hy daar,STUK-
in zekere omftandigheden, bekwaam toe, zo
wel ajs de Olie van Wynfteen, de vlugge
Geest van Armoniak - Zout, en andere Alka-
Jyne Vogten. Jenever, Brandewyn , Olie
van Olyven , Nooten, Amandelen, voerden
niets uit. Ook is het deezen Scheidkonüenaar
onmooglyk geweest, een drooge Tinöuur
van het Bloedkoraal te bereiden (*).
Schoon dé twee gemelde Zouten, die men zont van
door Destillatie en Kalcinatie uit het Koraal Kcra!t1,
krygt, de waare Zouten van dit Zee-Gewas
zyn , geeven doch de Chymisten den naam
van Zout van Koraal niet dan aan een Koraal
, ’t welk door Zuuren is opgelost, en
vervolgens wederom verdikt door uitwaafe-
ming der Vogtigheid. Als deeze uitwaafe-
ming op ’c end loopt, neemt het Vogt eene
groenagtige Kleur aan, welke L e m e r y toe-
fchreef aan ’t Vitriool, o f, 3t gene het zelfde
is , aan Yzer daar in vervat. Immers, dat
#er Yzerdeeltjes in het Koraal zyn , en vry
veel, is hem duidelyk, zelfs in het enkele
Poeijer, gebleeken, Dit flag van Kryftalliza-
tie van het Koraal gefchiedt met fyne Takmaa
'(•*) Hht, de l ’Atad, R. des Stiences, de 1710. p. 63 • 7Q.
t 3
L Deel. XVII. Stur.