VI. f7) Alcyonie, die bolrond, Vezelig , geel en
I.XXM. W rm ig i l .
H oofdstuk.
De Heer L i n n m v s hadt dit flag van Alcyo*
vu. niën niet gezien, doeh zyn Ed. kon de Ken*
ZyS<",merken overgenomen hebben van den Heer
je^&ppd?*' P ALLA s3 die hetzelve noemt een Alcyonie,
welke Klootrond is en hoog geel, van buiten
door Sterren Wrattig, van binnen met Bee*
nige Vezelen bondelswyze gedraald. Hy geeft
het den Soortnaam van Alcyonium Aurantium,
dat zo veel zegt, als Zee - Oranje - Appel. Onze
Ridder geeft ’er den duisteren bynaatn van
Lyncurium aan; waar van de reden kan zyn,
het denkbeeld of dergelyke Lighaamen ook het
Origineel mogten zyn van de Lyncurium, Lapis
Lyncis of Los * Steen , en of dus de Steen van
Bononie ook van deezen Zee * Oranje - Appel
afkomftig ware. Dan fchynt de benaaming van
Lyncurium niet zo vreemd of ver gezogt te zyn.
plaat De aangehaalde Tethya Sphcerica van D o n a *
TI ^an ik naauwlyks hier behoorende vinden ;
ten minde verfchilt dezelve aanmerkelyk van
de ronde Alcyonie van M a r s i g l i , welke die
Autheur, half doorgefneeden, in Plaat gebragt
heeft. Zodanig eenen Zee - Oranje * Appel bezittende,
wordt dezelve hier , in Fig. 4 , op
Plaat
(7) Alcyonium globoftïm fibrofiim flsvurri Vetmcofnrn. f .
MlKS iLt Mar. ga. T. 14. f. 7S, 73« Tethya Sphntrica«
D on a t . Mar. 60. T. 10. Akyoniura AurantiiMn» f
SZo'óph. zió. Ljst der Plant d, bladz, 443.
Plaat CXXXIII , door my in Afbeelding A
naauwkeurig en in natuurlyke groote vertoond. l x x ÜÏ,
Men ziet ’er in , hoe de Vezelagtige Bondels Hoofd-
eenigermaate Straalswyze van het middenSTot£*
fpreiden, geevende wederom kleine Vezeltjes
naar den Omtrek uit, die in de Schors verdwy-
nen, waar in ik de kleine Gaatjes niet vind,
die M a r s i g l i daar in vertoont , noch de
Wraittigheid van buiten, gelyk D o n a t i dee-
ze Alcyonie voorhek, maar myne Zee - Oranje*
Appel is evenwel van buiten ruuw. Mis»
fchien heeft hy de buitephe Wrattige Schors,
door afflyting, verlooren (*). De Vezels van
binnen zyn nipt Beenig, gelyk de Heer P a l -
la s wil, maar harder dan Kurk en Houtig of
liever Schorsagtig op ’ t gevoel. Mooglyk zal
daar omtrent een aanmerkelyk verfchil plaats
hebben in verfchillende Zee-Oranje-Appelen.
M a r s i g l i zegt van zyn ronde Alcyonie;
dat de inwendige zelfftandigheid een famenhoo.
ping van Naalden i s , Afchgraauw wit van
Kleur, zig verdeelende in veele andere kleine
Naaldjes , welke de Hand prikkelen, als mep
ze hehandelt. Zy gelyken veel naar de Vezelen
van Pluim-Aluin. De Huid, door ’t Mi»
kroskoop gezien, is vol van Steragtige Poren. Door
(*) llf heb een Yerfteend of Steenfg Stuk, dat in gjeftalte ,
'grootte en knobbeligheid, zeer naar dit Zee- Gewas gelykt:
doch ik durf het niet vastflcllen, daw toe te tehoc»
ten.
C c 3 ,
DEEL. ?VH. STUK.