VT. aldus voorgefteld. De eerfte noemt hét Pyp.
LXVI a8ci8e ro°de Alcyon ie; M o r i s o n voegt
Hoofd- daar by Corallio affinis, en A l d r o v a n d u s
stuk. tytelt hetzelve Rood Basterd-Koraal. T our-
n e f o r t geeft aan dit Voortbrengzel der
Zee den naam van Tubulciria purpurea, welke
door I m p er ATI was ter baan gebragt: zeg»
gende ,, Tubularia is een Geflagt van Planten,
„ byna Steenig, uit veele Pypjes famengefteld
„ en dus naar een Speel-Orgel gelykende” .
d’ARCENVJLLE z e g t , dat men het in ’ t
Franfch Tuyaax d’Orgue, dat is Orgelpypen,
noemt, en hy plaatst het , met meer reden,
onder de Zee - Wormbuisjes , zeggende; dat
^de onderlinge fchikking van dezelven verwon-
derlyk is , overtreffende die van de Marybon-
fe Wespen-Nesten, uit de Westindiën. , , Ie-
, , der Worm heeft zyn Pypj'e, kleevende aan
„ dat van zyn nabuur door middel van een
„ L ym , hun allen gemeen , het welke tot
j , famenvoeging van derzelver verfchillende
„ Verdiepingen ftrekt.” Sommigen noemen
dit wel Orgel - Koraal, doch die naam past
beter op een Soort van Madreporen, gelyk
wy in ’t vervolg zullen zien.
plaats. Dit Zee-Gewas valt in Oostindie. Het
groeit by Klompen, van een Vuist tot een
Hoofd g ro o t, die uit den ronden plat o f met
bulten zyn en uit verfcheide Laagen famenge-
ifeld , volgens R u m p h i u s , door wien het
aldaar is waargenomen. Hy z e g t , dat men
’er fomtyds zo groote Klompen van vindt, dat VI.
’er een Man genoeg aan te tillen heeft, en 1’
uit de Roode Zee waren ’er gebragt ven meer hoofd-
dan vyftig Ponden zwaar. Op alle Eilanden, stuk.
byna, die tot Oostindie behooren, wordt het
in groote veelheid op Strand gefmeeten. Het
komt, volgens hem, voort uit een zoute Slym
des Zeewaters, op uitfteekende hoeken van
den Kraalfteen : ook vindt men ’t wel aan
Klippen vastgegroeid by groote Bulten, met
een brandige Kwal o f Slym bedekt zynde,
daar het vervuild aan hangen blyfc, doch afvalt
als het oud wordt , en dan Ipoelt het
met de Baaren aan Strand: fomtyds by losfe
Klompen; fomtyds aan Schulpen vastgegroeid
o f kleine Schulpjes byna geheel bekleedende.
De zelfftandigheid van dit Zee-Gewas is strrfftuur.
eenigermaate Steen- o f Schulpagtig, maar van
een Purpere o f Bloedroode Kleur, byna als
die van het Roode Koraal, dat men Bloedkraal
noemt. Uit deeze zelfftandigheid be-
ftaan die menigvuldige fyne Pypjes, dunner
dan een Stroohalm, welke de Klompen van
dit Koraal famenftellen. Deeze Pypjes zyn
• oogfchynlyk door zekere Middelfchotten, die
het Koraal overdwars doorloopen , bepaald,
en worden ’e r , als ’t ware, van doorfneeden,
loopendè, voor ’t overige , byna evenwydig,
met zekere tusfehenruimte van elkander afge-
honderd , op waards. Dus ver toon en deeze
Pyp-
I. Deel. x v i i . stuk;