VI» een Vinger dik was, zeer fraay geflingerd, zo
LXX1L 8la<i als Ebbenhout en meer dan vier Voeten
Hoofd- hoog. De Heer C u r. P. M e i j e r bezit een
stu k . dergelyke zwarte Palmbies , van zes Voeten
lang, die byna regt is en geheel niet geflingerd.
Voor den fcherpen hoek van Klein Ce*
ram, zegt R ü m p h i u s , ftondt een ongemeen
groote Palmbies, welke de Inlanders verzekerden
een Stam te hebben , wel zo dik als een*
Menfchen Been.
v. (5 } Zee-Heefter, met een Biesagtigen Steel,
7,unceal* zonder Takken, met eene roodagtige Korst.
Zce-Bies.
De Figuur en van S e b a , welken L 1 n n as ü s
op deeze Soort aangehaald heeft, zyn van het
Kannewasfer-Korallyn , o f Sertularia Thuya,
voorgemeld : des die hier niet ftrooken. Den
Koperagtigen Zee-Boom van P a l l a s fchynt
hy ook niet te bedoelen. De Figuur van R um-
fh iu s is reeds op de Zee * Cypres van zyn
Ed. bygebragt; op de Bladzyde wordt de
Witte Palmbies befchreeven: weshalve ik de
. Kenmerken naar dezelve gefchikt heb, en den
Soortnaam veranderd in Zee • Bies.
De
($) Gorgonia Cultno Junceo, fimplici > Crufta rubente ob-
dufto. (Loco Gorgonis paniculatx Culmo flexuofb, Ramis
■ alternis confertis dichotomis, Systu Hat. XII.) Palmi-Juncus.
R u m p h. *4mb. v i . p» 217. Gorgonia Juncea, S a L l.
Zoöpbi 112. Lyst der Planti, bl. 225.
De Kleuf onderfcheidt deeze voornaams- Af^ u
lyk van de zwarte Palmbiezen, die tot l x x ü .
het Zee - Touw te betrekken zyn. „ Want H oofd-
dit Z e e - Gewas «beftaat ook uit edn eü-8TUK*
“ kelen Steel (zégt R um p h iu s ) , van ze*
„ ven tot tien en e lf Voeten lang , behalve
„ den uiterftën Draad, die gemeenlyk als on-
„ nut is afgebroken» De dikte is van een
„ Schaft tot een Vinger. Aan de Ouden is
„ het onclerfte gemeenlyk driehoekig , doch
„ met ronde kanten ; daar boven rond. De
j, Jóngen zyö doorgaans rond , overlangs ge-
, , ftreept, doch z o fy n , dat men *t naauwlyks
kan befpeuren. Van buiten is de Steel be-
„ kleed met een roode dunne wat korrelige
’ j Schors , die als een Bast opdroogt en zig
„ gemakkelyk laat affchillen. Daar onder legt
f het regte Kalbahaar, dat van buiten graaüw-
„ geel, ibmtyds witter, fomtyds gfaauwer is t
Vaii binnen heeft het de zelfde o f Wat don*
„ kerer Koleur * doch de jonge Steelen zyn
,) van binnen witter. Het Hart van den Steel
„ is dun en wi t , met eenige Ringen daar om
5, heen, van zelfftandigheid vaster en harder $
„ ook kouder op *e gevoel, dan het zwarte
Kalbahaar , dat wy zwart Koraal noemei.
„ Twee Stukken, tegen malkander gewreeven,
4 geeven een fterken Reuk als van gebrand
„ Hoorn , en wel den fterkften onder alle
j, Kalbahaars. De Steel is altoos regter dan
,, die der zwarte Zee-Biezen o f Zee-Udu-
X K, , , wen \