VI. vondt hy met veels kleine Pölypen bezet, efi
LXXIIUvertoont Afbeelding , hoe de inwendige
Hoofd- zelfftandigheid uit verfcheide kleine onregel-
stuk. maatige Celletjes beftaan, éven als dit ook
Lilagtigt. jn (je voorgaande Soort ö f Z é é -V y g , door
M a r s i g l i , is waargenomen*
De Heer E l l i s verzekertj dat dé Engel-»
fehe Vjsfchers dit Zee-Gewas Pyp - Wier o f
Podding - Wier noemen. Hy zelf geeft het
den naam van Sea ragged Staff, en merkt
aan, dat men hetzelve aan de meefte Lig-
haamen in de Zee , op de Kust van Kent, eh
inzonderheid by ’ t Eiland Sheppey , vindt
kleeven ; zo dat het een plaag is voor dé
Visfchers, wier Netten ’e r , even als in ftaah*
de Wateren door de Flap, dikwils vair Ver-
flopt worden , ’t welke hun in ’ t visfehen
Zeer belemmert. Overdwars doorgefneedeö
vondt zyn Ed. het Völ kleine onregelmaatigè
Vlakjes, die echter, volgens de Afbeelding,
merkelyk vart de Celletjes , zo even gemeld',
fchynen te verfchillen. Deeze Lilagtige zelfftandigheid
werdt döor hem voor het Eijèf-
nest o f Schot van menigvuldige Soorten van
Schulp visfehen gehouden*
Zyne Alcyonie is in lang zo Takkig niet,-
als die van den Heer B a s t e r , en ongeJyk
minder dan dat gedroogde Ekempïaar , by
S e b a , hier aangehaald, met Zée-Pokjesop
de Enden der Takken. Hy vertoont het ook
geenszins in Bladerige Stammen groei jende $
go*
• jgëlyk men P a l l a s begreep en heeft ( * j , VI.
maar mee Gehakkelde Stammen, die o f enkeld j v x f i f
zyn , o f Heesteragtiggetakt, gelyk dat Exem- Hoofd.
plaar , in Fig. 1 , op orize Plaat GXXXIV. STüK*
afgebeeld , ’ t welk ik in Liqueur heb, waar
van alleen maar een gedeelte van den Stam, en
van de Takken, in Afbeelding gebfagt is, om
de Natuurlyke grootte te behouden. De Stam
van ’t zelve is byna een half Duim dik, en
geeft Knobbelige Takken ui t , diè in kleinef
Takjes verdeeld z y n , welke ftomp en Knobbelig
eindigen.- De Oppervlakte vertoont zig
als bezet met een menigte van Schubbetjes ,■
Tepeltjes en Gaatjes, die ongemeen fyn zyn,
en met het bloote Oog naauwlyks te onder-
fcheiden.-
(12) Alcyonie, van veeterley gedaante, mei rit.-
Jlompe uitpuilingen, die doorhoord zyn. Manui“"
Diaboli,
_ j Getepelda'
Een dergelyké was aian de Kust van Ysland' Alcyonie.
gevonden,- die de zelfftandigheid zagt hadt,
als
( * ) Lyst dér Plantdieren, bladz. 439. De Heer Pa LLAs
zegt. A u t Francos laciniofos ftmplices effingit, qualem delir.ea.vii
Ë l l i s jus . Niet alleen uit de Afbeelding van El l i s •
inaar ook uit het wooid lacinio/us blykt.dat het Gehakkeld moet
s'-yn > niet Bladèrig. Luciniofa Folid,, by Voorbeeld", zyn, als'
ieder bekend is, Gehakkelde Bladen,
( i z ) Mlcyonium polymorphum, protuberantiis obtufis piro'
%atis. Syst. N a u XII* Se BV Kab. m , x. 5-7, f, 3 >
D d
te Dk e l . XVII, STUK*