VL je , ’t welk aan het tegenwoordige voor Voet
LXXlï ver^rekt ï is een aanmerkelyke veelheid van
H oofd- de Schorfige zelfftandigheid uitgefpreid, die
stu k . waarfchynlyk ook tot aanhechting dient, ge-
lyk de Graaf in de zynen opgemerkt heeft.
De Schors , die dit Boompje byna geheel
bekleedt, is taamelyk geel, en beftaat uit een
menigte van Blaasjes, „waar door dezelve de
Haairagtig fyne Takjes een aanmerkelyke dikte
byzet. Men kan ’er de vergroote Afbeeldingen
uit zyn Werk mede vergelyken. Op
ryën Vind ik de Blaasjes o f Tepelagtige
Wratjes in deeze niet geplaatst (* ): doch ik
heb nog grooter , van een Voet hoog, waar
in zy regelmaatiger zyn.
Gorgma L i n N.iEu3 maakt geen gewag van dien
Gcdoo/n* Zee - Heefter, welken de Heer Pa l l a s
de* voorftelt onder den naatn van Gorgonia muri»
plaat cata, dat is Gedoomde. Hier toe wordt door CXXXI j,
Fif. 3, zyn Ed. dat Zee - Gewas betrokken, waar van
T o u r n e f o r t de Afbeelding aan ’ t licht
gegeven heeft, onder den naatn van Zeèr
groot Amerikaanfch bruin Lithophyton , met
opwaards gejtrekte Knobbeltjes bezet ( f ) . Men
vindt
(*) Die op Ktijen Jlonden heeft de Heer SO D D A ï- iT ,
blad?.. 247. Een grappige doch grove Drukfeil, welke men
zig verwonderen moet, dat zyn Ed. in *t nazien niet is in
't Oog geloopen ; dewyl zy van den Neerduitlchen Lezer ,
voorshands, niet te verbeteren is.
Lithophyton Americanuia maximum pullum, Tuber •
culis
vindt ’er ook Afbeeldingen van by C ates- VI.
b y , in ’t Werk van KNORR„'en elders. Het
is een Heefter die dikwils verfcheide Voeten Hoofd-*
hoog groeit, zynde van een kort Stammetje stuk.
breed uitgefpreid en zeer Takkig,met de T a k ken
aan de Mikken platagtig. Het Hout is als
Lederagtig Hoorn : de Schors dik en zeer
broofch, wordende door *t droogen wi t , en
door zyne opwaards geftrekte Tepels naar het
Koorn - Aair - Koraal gelykende. Afgewreeven
zynde, vertoont de Schors groote Poren, die
eenigermaate in *t verband geplaatst zyn, van
binnen een weinig paarfchagtig. Derhalve
meent zyn Ed ., dat het andere Westindi-fche
Zee -Gewas, ’t welk T o u r n e f o r t afge*
beeld heeft , onder den naam van Zeer groot
Amerikaanfch Lithophyton * dat Afchgraauw is
niet een gejtippelden Bast, tot dezelfde Soort
behoore. Hy hadt ’er Boompjes van gezien,
drie Voeten hoog.
Van de Gedoomde o f Doornagtig getepelde Ptnfit
heb ik een Boompje van een half Voet hoog, Porenfe*
dat op een zelfde „Wortelftuk gegroeid is F‘St 4*
met een witkorftige Zee-Waaijer. Hier in
zyn de Takken by de mikken platagtig ; maar
de Kleur is bruin, juist g e ly kT o u r n e f o r t
meldt. Een ander Zee-Gewas heb i k , ’ t
welk overeenkomt roet zyne aiidere S o o r t,
hebculxs
flitfum Ipe&antibus oir. (i tum. Mem, de ï At ai, R , des
Sciences de 1700, Oöavo, p„ 43«