B e s c h r y v i n o v a n
A deel ^n^er^aac^ » indien dezelve van eene Steen’«
tXXV.* aSfl*Se natuur was, heeft zyn Ed. daar toq
H oofd groote reden. Dit Zee-Gewas komt dikwils
»Tui?, jn (je Winter,zo zyn Ed. waargenomen heeft,
by geheeje Bosfen op onze Stranden aanfpoe-
len , zynde waarfcbynlyk van de Klippen aap
de Engeifche Kusten afgerukt. Hy vondt ’e?
verfcheidenheden van met de zogenaamde
Bladen aan ’t End zeer breed, anderen djep
ingefneeden , eenigep met lange fmalle Lappen,
en fommigen , doch zeer zeldzaam, met
alleen op de kanten en Vinswyze verdeeld
Loof, Dergelyke verfchillen openbaaren z ig ,
wanneer men de gedagte Afbeeldingen , vap
T q d rn e f o r t , Ju ss i E u en E l l i s , met
elkander , en met de onze, vergelykt. De
grootfte hoogte was van een half Voet en dp
breedte der Blaadjes als de Pink of, kleinde
Vinger van de Hand. Verfch uit de Zee ge»
haald zynde, hadt het iets van eene Citroen-
Reuk, zegt h y , met de gewoone Reuk dey
Lighaamen, die uit de Zee komen, vermengd,
w ek e het, gedroogd zynde, pok eenigeq
tyd behieldt. In ’t Vuur gebrand , echter,
g a f het een aanmerkelyken Stank ui t , en
hetzelve fcheen een groote veelheid van eene
Kalkagtige Aarde te bevatten. Door eene
Kalcinatie, van een half Uur lang, hadt het
$egts een derde deel verlooren,
(») Korstgewas , dat Bladerig en eeniget- VI.
maaie gegaffeld is , met de Èlaadjes wei- l x x V
nig verbteedende en aan de Enden als Hoofde
afgefneeden. . stuk,
i l
Echard
Op dergelyke tnanief , byna, fielt de Heer trune at a#
E l l i s een Soort van Korstgewas vo o r , datV0|S j,
insgelyks voorkomt aan de Europifche Kusten.
De fmalheid der Lappen, waar in het verdeeld
is, die hier wéezentlyk naar Blaadjes gelyken,
onderfcheidt hetzelve vari dé voorgaande Soort.
Ook verfchilt het daar in van dezelve aanmer-
kelyk , dat de Celletjes langwerpig vierkant
en op rydti overlangs geplaatst zyn , geen
Tandjes op zyde hebbende. De Heer P a l .
l a s geeft ’e r , wegens de figuur der Blaadjes,
waarfcbynlyk, den naam aan van Securifrons;
alzo dezelven Byl o f Bekelagtiger dan in de
voorgaande Soort zyn. Ook heeft deeze Soort
zekere Steeltjes aan ’t onder-end, die zig volmaakt
als Worteltjes vertoonen ,• zo dat zyn
Ed. dezelve ten hoogden naby oordeelt te komen
aan de Celdraagende Korallynen. Men
vindt
( i) tluflra Foliacea fubdiebotoma , Laciniis lincaribus
iruncatis, Sysh Nat, XIL Efchara foliacea mülepora tenera
flügufHor, Foliolis quafi abfdsfis. E l l i s Cor, fiju T. 28, f,
a, Fucus Maririus fcrupofus albidus arigustior, excretnitati-
ïi'iis qt rafi abfcisfis. RAf . Angl. 43. Mo Ris. Hist, III, S.
IS. T. 8. f. 17. EfcHara Securifrons.' Pa l l . Zooph, 19,
Smal gebladerd Höoriïwier» Lyst der Plantd, bl. 69#