p E Z e e - H e e s t e r s . 295
Koraal, en heeft zynen naam daar van, VI.
s, dat het [volgensde Kanttekening, van Hout] L x x fi ’
,, in Steenhardheid verandert” , De Gorgones liooid-
waren in de Fabel-Historie Helfche Monfters, stuk.
door welken aan te zien de Menfchen in Steen
yerftyfden, Men kan de toepasfing hier van
meer o f min gevoeglyk maaken pp die Zee-.
Gewasfen, welken wy Z e e ?H e e s t e r s o f
Zee-Boomen noemen; hoewel daar tusfchen
eenig onderfcheid plaats heeft, ’t welk den
Heer P a l l a s aanleiding gaf om de laatften,
onder den naam van 4intipathes, eenen hy-
zonderen Rang aan te wyzen, ü o e r h a a ve
heeft de eerften, die met eene Kalkagtige Schors
overtoogen zyn, Titanoceratophyta; de laatllen
die een zagte Schors hebben o f van de Sphors
beroofd z y n , Cerqtophyta , dat is Hoornge-
wasfen, getyteld. .B p c p o ne noemt dezelven
Heesteragtige Koraalgewasfen.
Aangaande de Eigenfchappen , in ’t alge- Eigén-
meen, zegt L innaeus het volgende. ,, D e fchaPPen»
„ Gorgonice gaan, door eene haarblykelyke Ge-
„ ftaltewisfeling, van eene Plantaartige in ee-
„ ne Dierlyke natuur over, De Plant naa-
9f melyk, geworteld zynde, fchiet op de wy-
a, ze van ’t Zee-Ruy met, eenen getakten
„ Steel op , die bekleed is met een Schors,
„ welke verhardende in Hout den Stam jaar-
,, lykfe Ringen byzet * o f liever telkens een
„ nieuwen Rok aanvoegt, waar binnen het
„ bezielde Merg vervat i s , dat te voorfchyn
T 4 jj komt
XVII. St'JK*