Sp. 14. Antennina.
— 20. Lendigera.
— 22. Dichotoma.
— 24. Pinnata, f. Setacea, P.
— 36. Beptans.
— 40. Cornuta.
—* 42. Anguina.
PaS- 553
---- 562
---- 565
---- 571
7---- 589
---- J9Ö
— - 600
Has Sertulariarum Species posfuleo, for fan plitres. De
iis, qua P h y t o z ö o r u m nomine falutanda, pauca
admodum asfervari queunt Genera. Tasniarum habeo'et
Pennatularum Species s tam Jiccas , quam in Liquore
conditas, in fequenti Tomo describendas.
D r u k f e i l e n en
BlaiiZ. 23 Reg. 20. Soort daar van Lees Soort van
Pypgewas.
--------4 a -------- 1. van de Aam. Voor Au Lees An*.
■------- 4 4 -------- P* Voor Dierrjes Lees Diertjes.
--------6 1 -------- I Q . Voor Weet Lees Wist.
--------------------- 11. Voor zy Lees ware.
------- 6 9 -------- 27. Lees die zulks o f ook gezien o f op.
1 7* — 3. van de Aant, Lees rooyglyk iu navolging.
—----- 1 1 4 ------- 19. Doe uit gezien.
—— — 185 — — 21. Voor kan Lees dan.
Bladz/ 234
Spriet - Korallyn.
Neet-Korallyn.
Draad - Korallyn.
Borftel - Korallyn.
Kruip - Korallyn.
Bokken - Hoorn - Korallyn.
Adder-Korallyn.
Deeze Soorten en mooglyk meer, bezit ik van Ko-
rallenen. Van de overige Geflagten, die gevoeglyk
P l a n t d i e r e n genoemd worden, kan men zeer
weinigen bewaaren. Van de Lintwormen en van de Zee•
Pennen heb ik Soorten, zo droog als in Liqueur, welke
in ’t volgende S t u k befchreeven zullen worden.
V e r b e t e r i n g e n .
234 Reg. 11. L e e svoornaamfte.
2 3 6 ----- 25. Voor eu Lees en.
2 7 4 ----- 20. Lees Cylindrifche.
279 — — 2 2 .----- Koraaltakje.
288----- 20. aar Lees maar.
3 0 3 ---~ 13. Lees ver van daan.
3 ° 3 ----- 13«----- menigte.-
— p . ----- allengs.
357 — - 1 3 . ----- Regen.
358 — 1 2 . ----- vind.
344 — 4 ----- Zee-Gewas.
Deel, XVII. Stuk,
Q q » Bladz. 373
mm
P il
ill
fl§i
fm
m \
t s y
y § |
K J